zondag 26 februari 2012

ADHD

Het is een mooi gebouw, de Verkadefabriek in Den Bosch. Met het hoge koepeldak en de wijdse gangen, waar prachtige portretfoto’s hangen. We zijn er ruim op tijd en kijken eerst een poosje rond. Dan gaat H. de kaartjes halen.
Hoe de voorstelling heet, weet hij eigenlijk niet. Wel dat het over ADHD gaat. Een collega was verhinderd en bood hem haar kaartjes. Leuke afsluiting van een week vakantie.
Als we het zaaltje binnen mogen, staan de drie spelers al op het toneel. Geen opgaand doek, geen opkomst van achter coulissen, zelfs geen zaallicht dat uitgaat. Ze staan gewoon klaar. En als iedereen zit, zeggen ze dat ze gaan beginnen.
“Heb je dat ook wel eens”, zegt vrouw 1, “dat je niet stil kunt zitten”, “Dat je vergeten bent wat je wou gaan doen”, zegt vrouw 2, “dat je de hele tijd wordt afgeleid door geluiden” ... Terwijl de twee vrouwen doorgaan met hun opsomming, klimt de man op een kistje om met een klein stuur in z’n handen een eindje te gaan racen.
De start laat niets aan duidelijkheid te wensen over. Als we nog niet geweten hadden dat de voorsteling over ADHD ging, waren we daar na drie minuten wel achter.
De setting is die van een cabaretvoorstelling: soms wenden de spelers zichrechtstreeks tot het publiek, soms zijn ze ineens personages in een sketch. Eén van de vrouwen vergeet als personage regelmatig dat ze nu een gesprék doet en niet meer tegen óns, het publiek, moet praten.
Ik doe m’n best om de voorstelling te waarderen. Om erin op te gaan. Om niet cynisch te zijn. Bij één scène vergeet ik mijn eigen, ongemakkelijke aanwezigheid. Als één van de vrouwen vertelt en laat zien hoe ze als kind keer op keer door haar (ADHD-)vader teleurgesteld werd.
Maar in de volgende scène zegt vrouw 2 weer per ongeluk tegen het publiek wat ze tegen haar (ADHD-)vriend wil zeggen: “Als jij steeds ontspoort en in de modder terechtkomt, nemen we voortaan toch allebei láárzen mee!”
Het eind van het stuk is niet het eind van de avond. We worden uitgenodigd om mee te doen aan een spel. Een korte uitleg vooraf maakt duidelijk, dat het spel ons nóg meer zal leren over ADHD. We mogen balletjes uit een emmer pakken om te bepalen in welke groep we gaan meedoen. Ik krijg het een beetje benauwd en kijk opzij naar H. Die zegt zachtjes: “Daar heb ik niet zo’n zin in.”
We glippen naar buiten zonder een balletje te pakken. In de auto zuchten we diep.
Het was erg goed bedoeld.
En heel sympathiek.
Maar een goede voorstelling? Nee.
“Ach”, zeg ik positief, “het was wel...onverwacht.”
H. knikt. “Ja, dát was het wel.”
Dan rijden we gauw naar huis. Kunnen we nog even een goeie film kijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Vogels voederen

Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...