zaterdag 4 februari 2012

Schaatsen

Onze achtertuin grenst aan water. In de zomer wordt er druk gevaren in kano’s, roeibootjes en fluisterboten. Nu is het een natuurijsbaan.
Als het donker begint te worden, ontsteekt de achterbuurvrouw twee grote, felle bouwlampen, zodat de schaatspret nog even door kan gaan. Ik doe de luxaflex dicht om niet recht in het licht te hoeven kijken, maar gun ze hun plezier.
Schaatsen.
Vanaf het moment dat de thermometer onder de nul schiet, is het gespreksonderwerp niet te vermijden. Zet je de tv aan, dan vraagt iemand juist aan een deskundige hoe dik het ijs al is, op een andere zender is “De hel van 63” geprogrammeerd. De gebruikelijke Nederlandse acteurs spelen met hun moderne hoofden serieus een winter uit de jaren zestig na. Weer een zender verderop meldt iemand dat de komende nacht in de top tien van koudste nachten zal komen. Daar zal die nacht wel trots op zijn, denk ik.
Vorige week zei de man van de fietsenstalling handenwrijvend tegen me dat de schaatsen weer uit het vet konden. Hij keek me blij aan terwijl hij m’n fietsnummertje aangaf. IJs verbroedert.
Ik heb het schaatsen met de paplepel ingegoten gekregen. Iedereen schaatste in waterland, waar ’s winters kilometers natuurijs lagen. Mijn voornaamste herinneringen eraan hebben te maken met ijskoude, zere vingers, waarmee je de schaatsveters niet meer losgepeuterd kreeg. En schaatswedstrijden - onder schooltijd, dus verplicht – waarbij ik altijd laatste werd.
Het heeft me jaren gekost om van het idee af te komen dat je schaatsen leuk moet vinden. Maar nu heb ik er geen enkele moeite meer mee om te bekennen dat ik er een hekel aan heb. Als de sloten dichtvriezen en in heel Nederland de elfstedenkoorts om zich heen grijpt, kruip ik het liefst bij de verwarming met een boek.
Schaatsen? Ik kan er niet warm voor lopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Vogels voederen

Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...