zondag 14 oktober 2012

Viva il Papa!

Je kunt maar beter vroeg opstaan als je naar het Vaticaan wilt. In onze Rome-gids en op verschillende internetsites staan tips over het vermijden van de enorme rijen: koop van te voren een kaartje via internet; ga heel vroeg in de morgen; ga in het middaguur, als de groepsreizigers lunchen. Wij besluiten op tijd op te staan en gewoon maar rekening te houden met een flinke wachttijd.
“Zullen we eerst bij het St.Pieterplein gaan kijken?” stelt E. voor en we volgen de bordjes. Een donkere man met een officieel uitziend kaartje aan een sleutelkoord vertelt ons dat we beter de andere kant op kunnen gaan; het plein is gesloten tot 2 uur ’s middags omdat er vandaag iets officieels aan de hand is. Omdat hij verder geen verdacht aanbod voor een kaartje met rondleiding doet (wat al tien anderen wel deden), geloven we hem en lopen naar de ingang van de Vaticaan-musea.
We sluiten ons aan bij een rij en tot onze verbazing zijn we nog geen twintig minuten later door de tassencontrole en bij een loket. Hoezo extreme wachttijden? De Vaticaan-musea zijn overweldigend. Zaal na zaal is van onder tot boven volgepropt met beelden, schilderijen, wandtapijten, oude landkaarten, ornamenten, plafondschilderingen... Als je alles met evenveel aandacht zou bekijken, was je dagen bezig. We laten ons meevoeren met de menigte, op weg naar de Sixtijnse Kapel.
Als we eindelijke in de gewijde ruimte met het beroemde plafond komen, staat die zó vol bezoekers, dat er ondanks het stiltegebod aanhoudend geroezemoes klinkt. In alle hoeken van de zaal staan op verhogingen mannen in uniform, die regelmatig luidkeels om stilte verzoeken. Er mag hier niet gefotografeerd worden. Toch zijn er mensen die het doen. Er klinkt dan ook regelmatig een boze uitroep uit één van de hoeken: “No fotografia!” Met de stroom mee gaan we de kapel door; ik probeer de taferelen hoog boven me te herkennen. “Silenzio”, klinkt het hard en onvriendelijke vlak boven me. Ik heb meer een akelig kuddegevoel dan dat ik kan genieten van deze plek.
Een beetje verdoofd door het bombardement van kunst lopen we een tijd later weer naar buiten, met een flesje water uit het museumcafé.
Als we weer in de richting van het St. Pieterplein lopen, zien we dat het nu wel toegankelijk is. We komen vanaf de zijkant het plein op en zien op grote beeldschermen aan beide kanten iemand een plechtige toespraak houden. Heel in de verte, vlak voor de Sint Pieter, zien we rijen mensen zitten, een blok groen, een blok wit. Als de camera afdwaalt van de spreker, wordt het blok groen op het scherm een groep mannen in groene gewaden met mijters op. Ook het wit bestaat uit gewaden. We lopen nieuwsgierig naar de kerk. Van de Italiaanse toespraak begrijpen we niet veel, maar we zien wel dat dit een bijzonder kerkelijk gebeuren moet zijn. Onder een baldakijn hebben we de Paus zelf gespot; hij was heel even in beeld.
Een groot deel van het plein is afgezet met hekjes, waarbinnen stoelen staan voor toeschouwers. Kennelijk is het afgezette gebied niet verboden voor toeristen. We gaan een tijdje zitten kijken wat er verder gebeurt. Een groep mensen nadert de Paus en ieder krijgt iets overhandigd. Dan spreekt de Heilige Man zelf en even later ontstaat er opwinding om ons heen. Mensen lopen naar voren, tot de serieuze dranghekken. We gaan mee en ineens zien we wat er gaat gebeuren. In zijn pausmobiel rijdt Zijne Heiligheid over afgezette paden langs het publiek. We staan niet ver van zo’n pad en zien hem op een paar meter afstand passeren. “Papa, Papa!” klinkt het om ons heen. “Papa! Viva il Papa!!” Mensen heffen de handen – met of zonder camera’s – in de lucht en roepen voluit naar de Paus.
We zijn niet katholiek, E. en ik, maar als je zó dicht bij de Paus komt, krijg je daar toch vanzelf een soort religieus gevoel bij.
Vandaag hebben we niet alleen de Sixtijnse kapel gezien, maar ook Benedictus XVI. Heel bijzonder.

(De gelegenheid was, heb ik later opgezocht, het vijftigjarig jublieum van het Tweede Vaticaanse Consilie; de officiele opening van het “Jaar van het Geloof”)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Vogels voederen

Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...