zondag 7 oktober 2012

Hoe maak je een luistertijdschrift? (of: wurre mi e frotje son)

De opname van een gesproken tijdschrift is een vrolijke, maar inspannende gebeurtenis. Met twee voorlezers in de geluidsstudio, een technicus aan de knoppen en ik daarnaast voor de regie.
In de kinderboekenweek gaat het tijdschrift over het thema “Hallo Wereld”. Ik heb gezorgd voor een draaiboek en voor een cd met muziek en geluiden, die tussen de tekst door komen. En dan is er nog een cd met de vaste tunes. Met z’n allen moeten we daarvan een luisterfeestje maken van zo’n zeventig minuten. Vandaag zijn er een paar hindernissen: de technicus is een invaller die wel handig is, maar de studio niet zo goed kent. En één van de vaste voorlezers heeft zich op de valreep ziek gemeld, zodat er op het laatste nippertje nog een andere lezer gevonden moest worden.
Het duurt even voordat alles en iedereen op elkaar ingespeeld is. Ik stel voor dat we track 1 als try out gebruiken en die later overdoen als iedereen een beetje gewend is. Het begin van het draaiboek is als de eerste zin van een boek: je moet meteen zin krijgen in de rest. Ik schrijf er dan ook meestal meteen iets geks, iets spannends of iets lawaaierigs in. Deze keer beginnen de lezers in vijf verschillende talen te vertellen dat dit Klinkklaar nummer 10 is, wie er voorlezen en waar het over gaat.
Op de tweede track moeten tussen de gelezen teksten 10 geluidsfragmentjes gemixed worden. De cd-speler heeft een eigen wil en stopt niet waar dat de bedoeling is. Na bijna elk fragment moet er een stuk overgedaan worden, maar zo krijgt de tecnicus wel snel de slag te pakken.
Op track drie komt een gedicht van Jaap Robben waarin een niet bestaande taal gesproken wordt. “Wurre mi e frotje son?” Deze uitdaging is voor R. Ze ziet het gedicht vandaag voor het eerst en heeft het voor de opname even doorgelezen. Maar het klinkt alsof het koeterwaals van de dichter haar moedertaal is. Ik had het gedicht uitgekozen omdat ik het erg grappig vond (en natuurlijk omdat het in het thema paste), maar zo’n gek taalspel moet wel overtuigend voorgelezen worden. R. kan dat.
Invaller W. heeft intussen z’n draai gevonden. Een stuk verderop in het draaiboek moet hij verschillende volksliederen presenteren. In het draaiboek staat hier en daar tussen haakjes dat hij mag meezingen of –neuriën en dat laat W. zich geen twee keer zeggen. Enthousiast zingt hij eerst een stuk Wilhelmus mee, dan wat flarden God Save The Queen en dan weer een paar zinnen van het Franse volkslied. Precies zoals ik het bedoeld had, en dan nog een beetje gekker. Met zo’n dikke knipoog erbij zijn de plechtige volksliederen bepaald geen saaie kost.
Het wordt een informatief en vooral ook heel vrolijk nummer, waar we tijdens het maken ook steeds meer plezier in krijgen. Als het hele draaiboek is voorgelezen, doen we track 1 over. Een stuk vlotter en overtuigender dan de eerste keer wordt de vijftalige introductie gelezen. Ik ben tevreden. Nog een paar laatste handelingen en het bestand kan opgeslagen worden. Vanmiddag gaan de ceedeetjes de deur uit en morgen worden ze bij de abonnees bezorgd. Intussen begin ik alweer na te denken over het draaiboek van het volgende nummer.

link: Jaap Robben leest op youtube zelf zijn gedicht voor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Vogels voederen

Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...