Voor ons, op de enorme tafel van ruwhouten planken, lopen meisjes op grappige laarsjes heen en weer om bestellingen voor drank op te nemen en na een tijdje brengen ze ons een grote, houten plank met ronde broden en bakjes tapenade en andere dips. We delen een plank met z’n achten; doorgeven van links naar rechts graag. Terwijl we eten worden er koptelefoons uitgereikt.
Die hebben we nodig om te luisteren naar een grote man in een zwartleren jas. Hij beklimt de tafel en al ijsberend over het gedeelte waaraan wij zitten, houdt hij een sombere, quasidiepzinnige toespraak. We raken alle drie al snel de draad kwijt en kijken rond wat er verderop gebeurt. Iets met een vrouw in het wit. Ze komt na de zwarte jas op onze tafel heen en weer lopen om een verhaal te vertellen. Een violiste in wit bont volgt de vertelster. Samen vertellen ze in woord en muziek een sfeervol eskimoverhaal. Mooi.
Het is warm in de grote fabriekshal en dat komt niet alleen van de fles rode wijn die we bij het eten hebben besteld. Als er even niets theatraals gebeurt, klinkt er een gezellig geroezemoes. Achter ons lopen ineens de mensen van tafel, maar wij blijven zitten en krijgen deze keer muziek op de koptelefoon. Op de tafel wordt nu gedanst door een meisje in een tulen jurk met daaronder een paar lompe, zwarte kistjes. Tussen de vuile borden en schalen beweegt ze zich theatraal, waarbij het tule soms gevaarlijk langs de brandende sfeerkaarsjes scheert.
Voor het volgende onderdeel gaan we van tafel om ergens samen een simpel lied ‘in te studeren’. Dan krijgen we een bijdrage van Kamagurka in de vorm van een klein verhaaltje, afgedrukt op kaartjes die worden rondgedeeld. Het wordt gezamenlijk als een mantra voorgelezen.
“En nu: KAAS”, buldert iemand door een microfoon en er komen kaasplankjes langs met verschillende rauwmelkse kazen uit de streek. Kaas proevend en pratend drinken we de laatste slokken wijn. De silent disco laten we aan ons voorbij gaan. Dat wil zeggen, we leggen de koptelefoons opzij en praten nog even met P., die we tenslotte niet elke dag zien. Om ons heen klimmen de meeste gasten op de tafel om te dansen. Af en toe klinkt een massaal meegezongen refrein, zodat we weten wat we missen op de koptelefoon.
Dansend en zingend laten we onze medegasten achter als we een kwartiertje later langs twee bewakers het gebouw verlaten. Het miezert een beetje, maar dat kan ons humeur niet bederven. Al waren we niet over alle acts even enthousiast, dit bijzondere etentje was zeker de moeite waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten