Alles wat op mijn lijstje stond, is gehaald in het dorp.
Over een half uur kan ik bij de kapper terecht. Ik zou nog even heen en weer
naar huis kunnen fietsen, maar een bankje in de zon lijkt me een betere optie.
Op het plein staan er drie naast elkaar. Ik installeer me met een net gekocht tijdschrift, dat ik maar half geïnteresseerd doorblader en laat me maar al te makkelijk afleiden door mijn omgeving.
Op het plein staan er drie naast elkaar. Ik installeer me met een net gekocht tijdschrift, dat ik maar half geïnteresseerd doorblader en laat me maar al te makkelijk afleiden door mijn omgeving.
Een man met een enorme buik in een wild gekleurd overhemd
loopt diagonaal het plein over. Ik kijk hem na tot hij een hoek om waggelt.
“Roodkapje”, hoor ik een vrouw zeggen. “Dat ken je toch
wel?”
Twee vrouwen en een jongetje staan stil bij mijn buurbankje.
Oma en mama, schat ik in. Mama moedigt het jochie aan om mee te zingen:”Zeg rood-kápjewaargaje … “ze laat een
invul-stilte vallen waarin oma zegt: “naartoe”. “hé-nen”, zingt mama de zin af; “oh ja, henen”, zegt oma betrapt.
“Rafi heeft niet zo’n zin om te zingen hè.”
Het jongetje zwijgt.
“Straks gaan we naar papa”, zegt zijn moeder opgewekt. “En
wat heeft papa in de tuin? Een grote…” Ik kijk opzij, benieuwd wat papa voor
groots heeft, maar daar zal ik nooit achter komen. Rafi heeft zich omgedraaid
en een blaadje van een struik geplukt. Met dat blaadje in z’n hand komt hij
regelrecht op me af, kijkt me stralend aan en laat het in mijn openstaande
handtas vallen. Daarna kijkt hij een tijdje aandachtig in de tas, tot zijn
moeder en oma bestraffend in koor “Rafí” roepen.
Ik lach naar hem en verlegen holt hij terug naar de twee
vrouwen, die intussen druk in gesprek zijn. Even later zie ik hem door de nauwe
opening tussen het volgende bankje en een prullenbak door kruipen, net uit het
zicht van mama en oma.
Triomfantelijk springt hij te voorschijn als ze hem roepen.
“Je bent een boef!” roept oma, en mama zegt “Kom, dan gaan
we naar de HEMA.”
Braaf huppelt Rafi voor ze uit, richting HEMA. Zijn
kinderstemmetje roept enthousiast iets onverstaanbaars.
Ik kijk op mijn horloge. Oei, bijna elf uur. Gauw naar de
kapper!
Wat vliegt de tijd op een bankje in de zon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten