Het is 4 mei, dodenherdenkingsdag, maar het water is juist
vol leven. Voor het eerst in lange tijd varen we in de kano vanaf onze kleine
steiger door de vaarten en slootjes in de wijk. Al na een paar meter zien we de
eerste familie meerkoet. De twee jongen nog klein, met de kenmerkende rode
koppies. De meerkoet-ouders steken hun kleintjes liefdevolle snaveltjes prut
toe en maken boze scharnier-geluiden naar onze passerende boot.
Als we verderop het Ganzeneiland ronden, zien
we onder een waterterras op palen een futennest. Moeder fuut zit er op te
broeden en als we er langs varen, staat ze juist op om met haar snavel de
eieren onder haar buik wat te verschikken. We zien in een flits vijf mooie
eitjes in het nest liggen.
Het Ganzeneiland doet z’n naam eer aan. Aan de
overkant klimmen drie, vier, vijf ganzengezinnen de wal op. Elk met minstens
vier jongen. Een grote troep donzige, grijze kuikens met daartussen de
volwassen ganzen die waakzaam om zich heen kijken. Kom maar jongens, lekker
grazen. Een zesde koppel met jongen haast zich ook nog naar het feest. H. kijkt
misprijzend naar het gekrioel op het gras. Hij associeert ganzen met overlast
voor de boeren. Maar ik vind het leuk om naar die vrolijke ganzencommune te
kijken.
Als we het eiland achter ons hebben gelaten, zien we weer een fuut. Met
een jong op haar rug. Het gestreepte kopje op de lange nek strekt zich
nieuwsgierig naar alle kanten. Heel voorzichtig drijven we langs, terwijl H.
z’n fototoestel pakt. Normaal zou de fuut al lang onder gedoken zijn, maar met
het kleintje op haar rug blijft ze ons alleen maar argwanend aankijken.
We gaan
een smal slootje in en verdwijnen tussen het riet. Voor de haag van hoge,
verdroogde rietstengels groeit een lagere rand nieuw, groen riet. Een mooi
decor voor toefjes watermunt, boterbloemen en andere bloeiers. Als je oplet,
zie je op veel plaatsen nesten met of zonder broedende meerkoeten. Eenden met
hele ritsen kuikentjes duiken de kant in als we er aan komen. Een
achtergebleven donsbolletje rent in paniek over het water achter z’n moeder en
broertjes aan. Het ziet er zo grappig uit dat we allebei in de lach schieten.
Als we weer op een breder stuk water zijn, zien we het begin van een
gezinsdrama. Drie futen met één jong zwemmen om elkaar heen. Twee van hen
liggen snavel aan snavel tegenover elkaar. Er klinkt een dreigend keelgeluid en
het jong piept onophoudelijk. We stoppen met roeien om te zien wat er verder
gebeurt. Even later barst een gevecht los. De twee futen happen naar elkaars
snavel en verdwijnen met klapperende vleugels onder water om verderop vechtend
weer boven te komen. Weer gaan ze onder. Deze keer floepen ze los van elkaar
naar boven, vlak bij een meerkoet, die zich er ook even venijnig mee bemoeit.
Na een derde duik is het gevecht beslist. Eén fuut druipt af. We zien hem in de
verte nog maar nauwelijks boven water uit komen. Zou hij gewond zijn? De ander
legt z’n kop teder tegen de kop van fuut nummer drie. Tegenover elkaar met
hun snavels naar beneden en hun halzen gekromd, maken ze een hart. Alleen het
vioolmuziekje ontbreekt.
We varen verder. De natuur is ook niet altijd even
vreedzaam. Maar wel mooi. Op deze dodenherdenkingsdag in het vroege voorjaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten