Maar nu beginnen er op allerlei plaatsen naden los te laten en gaat het er een beetje groezelig uitzien. Ik bedacht dat het niet al te moeilijk moet zijn om het na te maken.
“Zou je het leuk vinden als ik een nieuw jasje voor je maak van hetzelfde model?” vraag ik aan J.
Hij denkt even na en zegt verrassend:
“Alleen als ik er zelf bij kan helpen.”
Dat lijkt me wel een leuk project. Maar eerst moet ik gaan uitzoeken hoe het precies in elkaar zit.

Ik leg het jasje op tafel en ga met een meetlint aan de slag. Ik maak een mini-patroon op schaal om het eerst eens met een klein stukje stof uit te proberen. Een avondje puzzelen levert een schattig, klein jasje op.
Intussen heb ik opgezocht dat het een haori is. De mannenvariant is bedoeld om over een kimono heen te dragen.
J. is naar zijn kamer in Leiden vertrokken en is druk met de laatste loodjes van zijn studie. Voorlopig zal het er niet van komen om samen achter de naaimachine te gaan zitten. Maar weet je wat? Als ik het patroon een stukje verleng, kan ik eerst voor mezelf een haori maken om als ochtendjas te gebruiken. Dan kan ik meteen nog een andere werkvolgorde uitproberen die misschien handiger is.
Op woensdagmorgen koop ik alvast een lap soepele katoen...
Binnenkort kan ik in het weekend ’s morgens in mijn haori ontbijten voordat ik me aankleed. Ik zie em zo voor me. Alleen nog even maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten