Eén gaat er vanavond mee naar Amsterdam met dochter E., die zeker weet dat haar collega’s er blij mee zullen zijn. De tweede gaan we in de loop van deze week met z’n drieën (vandaag nog met vier) vast wel op krijgen. De derde gaat voor een deel in de vriezer en voor een deel ga ik daar de dinsdagse vergadering op m’n werk mee opvrolijken.
Maar eerst moeten al die taarten nog even gebakken worden. Geduldig beginnen H. en ik de appeltjes schoon te maken. Van de grotere snijden we schijfjes, de kleinere en die waar veel afgesneden moet worden gaan in kleine blokjes. Halverwege ons monnikenwerk komt E. fris gedoucht naar beneden. Ze werpt een blik op de wormstekige appeltjes en biedt dan vlug aan om even kaneel te gaan halen in het dorp, want die hadden we niet meer in huis.
Een uurtje later staan er twee appeltaarten in de oven en de derde moet nog even wachten, want die past er niet meer bij. Het hele huis geurt naar appeltaart en het is duidelijk waar onze late lunch vandaag voornamelijk uit bestaat.
Misschien kunnen we over een week geen appeltaart meer zien, maar voorlopig vind ik het resultaat van deze dag er behoorlijk aantrekkelijk uitzien. Krijg je er trek van? Bedenk dan maar een smoesje om een dezer dagen toevallig even langs te komen. Maar bel wel even van te voren, misschien moet er eerst nog even iets uit de vriezer gehaald worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten