Vandaag lopen we een klompenpad vlak bij huis. We hebben afgesproken dat we om half 10 vertrekken, maar we worden pas om kwart voor 10 wakker.
Het pad is volgens H. zo’n 12 kilometer lang. We hebben het jaren geleden ook eens gelopen en sloegen toen ergens verkeerd af, waardoor er een lange extra lus door de uiterwaarden bij kwam. Nu nemen we ons voor om heel goed op te letten en H. heeft op z’n iphone een globaal kaartje van de route. Uiteindelijk starten we om 11 uur.
Het is echt een prachtige wandeling en al is dit bekend gebied, we komen toch op onverwachte plekken. Een stukje bos, een stukje dijk, smalle paadjes langs akkers en weilanden, door de uiterwaarden tot vlak langs de Waal. We komen langs een kudde Konikpaardjes die onder een grote boom staan te grazen.
Een heel eind verderop staat helemaal alleen een veulentje.
‘Ach’, zeg ik uit de verte tegen hem, ‘waarom sta je hier zo alleen. Heb je straf?’
H. loopt helemaal om de poel heen terwijl ik op m’n telefoon google wie het beheer heeft over de wilde paarden. Er blijkt een kuil te zijn waar het beestje onder het prikkeldraad door past. Maar om weer buiten het hek te komen, moet hij een stukje flink klimmen en dat kan H. hem niet uitleggen.
We laten het paardje achter en vervolgen onze wandeling.
Het is over tweeën als we terug zijn bij onze fietsen. Die twaalf kilometer zijn waarschijnlijk een erg optimistische schatting. Thuis zoek ik het mail-adres waar we een melding kunnen maken van het verdwaalde veulen, want het vindt alleen de uitweg niet en de kudde heeft het blijkbaar al opgegeven. Hopelijk komt iemand hem dan vandaag of morgen de weg wijzen naar z’n moeder. De kuddes Konikpaarden mogen dan wild zijn, daarom hoef je een eenzaam paardenkind nog niet helemaal aan z’n lot over te laten…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten