‘Zo, we zijn in Tiel,’ zeg ik in het opname-apparaat. ‘En we staan hier voor de arrondissementsrechtbank.’
Het is een monumentaal gebouw van twee verdiepingen, met hoge, versierde boogramen, een ingang met bogen en zuilen en daarvoor een brede trap. Mijn collega A. en ik maken een rondje Gelderland langs verschillende monumenten van het slavernijverleden. We gaan ze beschrijven en iets van de geschiedenis vertellen voor de audio-special die we over dit onderwerp maken.
Dit is onze eerste stop en we moeten een beetje wennen. Het gebouw staat aan een vrij drukke autoweg en dat ga je natuurlijk horen op de opname. Dat geeft niet, want we zijn nou eenmaal op locatie. Maar het moet niet te overheersend worden. We vinden een windstille plek in het portaal en met een spiekbrief erbij vertellen we over de Tielse notabelen, mede-eigenaren van een Surinaamse plantage, die een flinke schadevergoeding kregen toen de slavernij werd afgeschaft. 300 gulden per slaaf.
‘Wacht, we nemen de autodeur ook op, en het wegrijden.’ Terwijl we wegrijden, zegt chauffeur A. in mijn microfoon dat we nu op weg gaan naar Culemborg. ‘O nee,’ verbetert ze zichzelf. ‘Onze volgende bestemming is Driel.’ Dat klopt niet, maar in de montage wordt de volgorde anders dan op de weg. In werkelijkheid wordt het Culemborg, waar we naar het Jan van Riebeeckmuseum gaan. Ook dat is een gebouw waar de rijkdom van de vroegere eigenaar aan af te zien is.
De derde plaats die we bezoeken is Wageningen, waar we een beetje teleurgesteld constateren dat de vijf huizen die de familie van Daalen bezat, nogal gewoontjes zijn. Maar ja, het zijn er wel vijf! Ook de twee zussen Van Daalen uit Wageningen waren mede-eigenaren van een Surinaamse plantage. Ze hebben nooit een voet op Surinaamse bodem gezet, maar profiteerden wel van de opbrengst en later van de compensatie van ‘hun verlies van menselijk bezit’.
Op de volgende plek, in Driel (nu echt) is alleen de schuur nog over van het landgoed dat we bezoeken. De grote, oude schuur staat op het terrein van een fruitteler. Er is niemand te zien, maar als we door het open hek lopen, begint een grote herdershond die op het erf ligt, vervaarlijk te grommen. Hij komt niet overeind en we lopen dapper verder, op zoek naar iemand aan wie we kunnen vragen of we hier een geluidsopname mogen maken. Die vinden we en het mag
.
Onze laatste bestemming is het graf van Anton de Kom in Loenen. Op een rustige, bosrijke ere-begraafplaats. Deze keer met vogels op de achtergrond in plaats van verkeer.
Na al die kilometers zet A. me thuis af. De volgende taak is om van al het opgenomen materiaal een soepele audiodocumentaire te maken. En natuurlijk gaat dat lukken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Atelier
Eindelijk de knoop doorgehakt. Ik was het al langer van plan, maar nu heb ik de zolderkamer die vroeger de kamer van E. was, veranderd in ee...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten