5 juni – we komen vroeg in de middag aan in Ieper.
Jaren geleden zijn we hier naar het museum ‘Flanders Fields’ geweest. Ik weet nog dat ik het een indrukwekkend en mooi museum vond, al ben ik niet heel dol op oorlogsmusea. Vandaag hebben we genoeg tijd om het nog een keer te bezoeken. We kunnen al om half twee inchecken bij de B&B waar we slapen. Fijn, dan hoeven we ons geen zorgen te maken over de fietsen en de bagage.
Een vriendelijke dame doet voor ons open en laat de kamer boven zien. Het is de lelijkste kamer tot nu toe, maar verder is er niks mis mee. Als ze alles heeft uitgelegd wat we moeten weten, loopt ze weer mee naar beneden.
‘Hier is morgenochtend het ontbijt,’ wijst ze. En voordat ze ons alleen laat, zegt ze opgewekt dat we morgen bij het ontbijt met iedereen kennis kunnen maken en praten.
Het museum is minder indrukwekkend dan de eerste keer, maar nog steeds erg goed. Deze hele streek is doordrenkt van ‘De Grote Oorlog’, zoals ze hier de Eerste Wereldoorlog noemen. Hier waren de velden met lieflijke klaprozen waar zoveel jonge jongens kansloos sneuvelden.
Als we na ons bezoek aan ‘Flanders Fields’ in een restaurant zitten, zien we voortdurend militairen voorbijlopen. Nederlandse, Vlaamse, Engelse soldaten.
‘Is er iets speciaals aan de hand vandaag?’ vragen we aan de ober, en die zegt achteloos: ‘O ja, The Last Post. Dat begint om acht uur.’
We rekenen af en lopen in de richting van de Menenpoort, waar het gaat gebeuren. Het is er druk, al is het nog geen half acht.
Een man in uniform houdt mensen voor de poort tegen en wijst waar je wél door mag. Midden onder de grote poort is een vierkant met lint afgezet. Daarachter vinden we een plekje tussen het publiek. Precies om acht uur wordt op een trompet de Last Post geblazen. Daarna komen kleine groepjes militairen, veteranen, kinderen om de beurt plechtig naar voren om een krans op te hangen.
We horen dat deze plechtigheid iedere dag plaatsvindt. Onvoorstelbaar! Zóveel mensen, bijna 90 jaar na WO I, die zo ‘de gesneuvelde soldaten van het voormalige Britse Rijk en haar geallieerde’ herdenken. We zijn onder de indruk.
De volgende morgen aan het ontbijt maken we inderdaad kennis met iedereen die op dit moment in de B&B verblijft. We worden geplaatst aan één lange tafel en er ontstaan vanzelf gesprekken. Al gaan die grotendeels over het oorlogsverleden van deze streek, het is het gezelligste ontbijt van de hele vakantie. En dan is het tijd om weer verder te fietsen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Rammenas
Ik heb een groente-abonnement bij de voedselboomgaard. ‘Oogstgenoot’ heet dat. Omdat ik ook vrijwilliger ben, combineer ik het oogsten met m...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Helemaal ontsmet stap ik onder de douche vandaan. Van het ziekenhuis kreeg ik de instructie om voor de operatie hibiscrub en bactroban in h...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten