In de grote schuur is een vierkant stuk afgeschot, waarbinnen vier witte kippen zitten. Je kunt haast niet geloven dat deze gezapige, dikke beesten pas 9 weken geleden uit hun ei gekropen zijn. Gefokt voor de slacht.
Onze gastheer J. vertelt dat het er oorspronkelijk 150 waren hier in de schuur. Ze hadden de hele ruimte om rond te lopen en door de brede, open deur konden ze naar buiten. “Het gekke is”, zegt hij, “dat ze dat niet doen. Het is elk jaar hetzelfde. Een stuk of 4 kippen scharrelen naar de deuropening, kijken om het hoekje, en uiteindelijk gaat er niet één naar buiten.”
Hij kijkt naar de vier overblijvers. Ze zijn voor ons bewaard; of liever gezegd voor H., want de afspraak is, dat hij vandaag zal leren hoe je een kip moet slachten.
“Twee weken geleden hebben we er in één dag 120 geslacht”, zegt J. peinzend. “Dat waren gewoon anonieme kippen... maar nu er nog maar vier over zijn, worden het ineens meer individuen.”
“Heb je er dan nu moeite mee?” vraag ik. Hij schudt zijn hoofd en vraagt H. of hij er klaar voor is.
Dat is ie; daarnet heeft hij buiten de voorbereidende oefening gedaan: met een bijl een aantal takjes doorslaan, precies op een aangegeven plek. Nu wordt het echt.
“Ik zal je eerst laten zien hoe je de kip moet vangen.”
J. stapt over het schot en pakt snel één van de kippen bij een poot. Dan de andere poot erbij en daar hangt het dier ondersteboven te schreeuwen als een oordeel en te klapperen met haar vleugels. Handig pakt J. de vleugeltippen en houdt die samen met de poten in bedwang. Het krijsen gaat over in herkenbaarder getok. Nog steeds angstig, maar gaandeweg rustiger.
“Nu jij.” Het lukt H. in één keer om de volgende kip bij de poten te pakken. De fladderende vleugels zijn lastiger. “Dat komt straks wel”, roept J. over het gekrijs van de kip heen en we lopen naar buiten.
Daar staat het kleine hakblok, waar alle oefentakjes van verwijderd zijn.
J. legt met een handige beweging zijn kip op het blok. Het beest lijkt zich al bij z’n lot neergelegd te hebben en beweegt nauwelijks. Met z’n vrije hand pakt J. de bijl en met één rustige, zekere slag is het kleine kopje van het grote kippenlijf. Er is niet veel bloed. Wel beweegt het lijf nog heftig, maar het wordt stevig vastgehouden. Er volgen geen dramatische taferelen met een rondrennende kip zonder kop.
Terwijl het eerste slachtoffer nog hangt te spiertreken, heeft H. nummer 2 op het hakblok gelegd. Even later ligt het tweede kopje op de grond en flappert ook deze kip post mortem nog een tijdje machteloos door terwijl H. de poten stevig vasthoudt.
De 2 laatste kippen gaan er ook aan en dan begint het eigenlijke slachtwerk: veren en ingewanden worden verwijderd en elk dier wordt in handzame stukken verdeeld. Een uur later zijn vier levende dieren veranderd in keurige stukken vlees. Een grote schaal vol. “Het is nog warm”, constateert H. een beetje verwonderd. Maar terwijl alles wordt opgeruimd en grondig schoongemaakt, koelen de kippenbouten snel af.
De cursus is afgelopen en we gaan de tuin in om groente te halen. Wortelen, pastinaak en sla.
Voor bij de vis.
Vis?
Ja, want de kip moet eerst een dag liggen. Een geslachte kip eet men niet dezelfde dag.
Aan het eind van de avond krijgen we een zak vol kippenbouten en vleugeltjes mee. Eigenhandig door H. geslacht en schoongemaakt.
Ik ben benieuwd of het heel anders smaakt dan een fabriekskip.
vrijdag 2 november 2012
Hoe slacht je een kip?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Vliegen - deel 2
(lees hier: Vliegen deel 1 ) Vanuit de lucht bestaat Nederland voor een groot deel uit vierkanten en rechthoeken. Ik weet natuurlijk dat we ...

-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
Helemaal ontsmet stap ik onder de douche vandaan. Van het ziekenhuis kreeg ik de instructie om voor de operatie hibiscrub en bactroban in h...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten