Zes… zeven… ik kijk opzij naar het vierkante gewicht dat bij
elke tel een millimeter lager komt. Bij tien hoor ik een zacht tikje waardoor
ik weet dat ie helemaal beneden is. Het betekent dat ik m’n knie weer wat hoger
heb opgetrokken dan vorige week. Het
kost veel oefening en het gaat met millimeters tegelijk, maar sinds een paar
weken ben ik nu toch zo ver dat ik mijn sokken kan aantrekken zonder me in
bochten te wringen.
En nu ik dat voor elkaar heb, vraag ik mijn fysiotherapeute
of we het over m’n einddoelen kunnen hebben. Terwijl ik op de loopband loop,
vertelt ze me wat er nog verbeterd kan worden en een kilometer later stellen we
een lijst op met oefeningen die ik thuis kan doen. We spreken af dat we nog een
paar wekelijkse sessies doen en daarna gaan we serieus afbouwen.
Nog een paar weken, dan doe ik het weer allemaal zelf. Dan
kom ik niet meer elke week naar de praktijk in de verbouwde boerderij. Ik zal
het niet missen. Behalve misschien het apparaat met de gewichten, die me met
hun tikje steeds lieten weten dat ik weer een millimeter winst gemaakt had. Genoeg
millimeters nu. Ik strik mijn schoenen zonder blikken of blozen. Daar geniet ik
nu nog elke dag van. Maar het duurt niet lang meer of mijn kunstheup is totaal
ingeburgerd. (Een paspoort heeft ie al, voor het geval ik ergens door een douanepoortje
moet) Nog even doorzetten, dan leg ik gedachteloos mijn been in m’n nek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten