Ik droomde dat ik was uitgenodigd voor een diner met veel
van mijn Facebook-vrienden. M. had gekookt en het eten was lekker, hoewel veel
mensen het gerecht met garnalen en rauwe eieren een beetje eng vonden. Ik
probeerde een afspraak te maken met M., H. en O., vriendinnen van vroeger, maar
ik merkte dat ik daar de komende periode helemaal geen tijd voor vrij had.
Ineens zat ik tussen mijn neven- en nichtengroep. Neef A.
zou een lied zingen. Hij zat tegenover me en zei iets tegen me over het komende
lied dat ik niet begreep. Ik keek hem vragend aan en hij herhaalde de
opmerking. Ik zei: ‘Sorry, maar ik snap echt niet wat je zegt’. Ineens werd de
sfeer kil en alle neven en nichten vielen over me heen, omdat ik toch had
moeten weten dat.
Alle anderen wisten het namelijk wel.
Zelfs mijn eigen H. keek me boos aan. Ik keek toen maar
naar mijn bord en begon dat leeg te eten. Het bleef ijzig stil om me heen aan
tafel en na drie happen ging ik staan, schoof mijn stoel naar achteren en zei ‘Dag’.
Ik liep zonder omkijken de deur uit, naar de logeerkamer die ik toegewezen had
gekregen. Daar ging ik zitten op het bed met de zwarte dekbedhoes.
Deze droom had ik na een middag met al mijn collega’s in de
Verkadefabriek in Den Bosch. Het was de Kick Off van een project over
klantvriendelijkheid en kwaliteit, waar nadrukkelijk werd gesproken over
samenwerken, luisteren naar elkaar en naar onze klanten en ‘de klant centraal’.
Zo’n bijeenkomst waar onze verbondenheid
gezellig geïllustreerd werd door talloze kleurige bollen wol heen en weer te
gooien, waardoor één groot, symbolisch netwerk ontstond.
Vreemd genoeg kwam in mijn droom niet één van mijn blinde
of slechtziende Facebook-vrienden voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten