“Wanneer heb je voor het laatst gegeten?” vraagt de assistente bij Sanguin.
“Eh, om kwart voor acht ongeveer, ” zeg ik een beetje verbaasd. “Het is voor het eerst dat die vraag me hier gesteld wordt.”
“O? Nou, we moeten het eigenlijk altijd vragen”, zegt ze. “Maar op zo’n warme dag zijn we wel extra alert. We waarschuwen iedereen ook om vooral goed te drinken! Je moet niet onderschatten wat bloed geven van je vraagt.”
Ik heb net bij binnenkomst nog een bekertje water gedronken en weet dat ik straks tijdens de donatie drinken aangeboden zal krijgen. Dat zit wel goed.
De assistente bekijkt de ingevulde vragenlijst, waar ik behalve een hele reeks nee-kruisjes twee keer een ja heb ingevuld. Dat ik vorig jaar naar Peru geweest ben was bekend en is geen probleem. De vakantie in Spanje is van na de laatste donatie. Het blijkt dat precies in het gebied waar wij waren het West-Nijl virus rondwaart. Pas 28 dagen na terugkomst is het weer toegestaan om bloed te geven.
“Wanneer was je precies terug?”
De datum is 27 dagen geleden. Nog net niet lang genoeg dus. Ze kijkt bedenkelijk.
“Ik ga het even overleggen met de dokter.” Ze loopt het kleine kamertje uit.
De dokter met wie ze even later samen terugkomt werpt een blik op de tafel, ziet daar mijn gele map liggen en begint te lachen. “Een plasmadonor! Dan is er niets aan de hand.”
De assistente slaat zich tegen het hoofd: “Natuurlijk, je bent plasmadonor. Dan maakt het niet uit, want zo’n virus hecht zich aan de rode bloedlichaampjes en die zitten niet in het plasma.”
Ik mag door naar de volgende ronde: aan het plasma-apparaat. Ik krijg het bedje aangewezen naast een vrouw die “Ragdoll” aan het lezen is, de meest gehypete detective van dit moment.
Aan de andere kant komt even later een moeder die haar dochtertje van een jaar of vijf heeft meegenomen. Het meisje kijkt nieuwsgierig en een beetje angstig naar mijn arm waar de naald uitsteekt met het slangetje vol bloed. Ze twijfelt of ze wil kijken als haar mama geprikt wordt, maar gaat toch maar liever terug naar haar kleurplaat verderop. Een tijdje later is ze er weer. Zachtjes vraagt ze aan haar moeder of ze mag voelen aan de zak met het gele plasma. Een van de medewerksters legt vriendelijk uit dat ze er pas aan mag komen als het klaar is. De zak hangt aan een soort weegschaal en als je er aankomt, raakt die in de war en gaat de machine piepen. Als ze verderop een volle zak van de machine losmaakt, wenkt ze het kleine meisje en mag ze eraan voelen.
Links van me slaat de lezeres haar boek dicht. “En?” vraag ik, “is ie zo spannend als ze zeggen?” Ze zegt dat ze geaarzeld had of ze het wel zou kopen, maar blij is dat ze het gedaan heeft. Het was echt spannend!
Dan piept ‘mijn’ machine en word ik afgekoppeld. Ik heb een glas thee en een beker water gedronken en krijg het advies om rustig aan te doen en nóg iets te drinken. Dat doe ik braaf en daarna fiets ik tien kilometer terug naar huis. Heel kalm en rustig. Zo’n ochtendje bloedplasma geven is eigenlijk wel heel relaxed.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Atelier
Eindelijk de knoop doorgehakt. Ik was het al langer van plan, maar nu heb ik de zolderkamer die vroeger de kamer van E. was, veranderd in ee...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Interessante blog en bedankt voor de boekentip van ragdoll passend lezen had hem al dus ik heb hem besteld ben benieuwd.
BeantwoordenVerwijderen