“We gaan het zien.” Zo sluit mijn blinde collega S. zijn betoog af in onze vergadering. Het ging over een audioreportage en hij had ook kunnen zeggen: “we gaan het horen.”
Ik vraag aan hem of het vaak gebeurt dat mensen opvallend bepaalde woorden uit de weg gaan in gesprekken met hem. Zo van: “Nou kijk, - oh sorry, dat kun je natuurlijk niet …” Of “Tot ziens – eh ik bedoel … tot de volgende keer”
“Ja, dat kom ik wel tegen,” zegt hij, “maar doe me een lol zeg, dat is toch gewoon de taal die je gebruikt!”
Ik ben het met hem eens. Stel je voor dat je de hele tijd angstvallig gewone woorden en uitdrukkingen moet vermijden omdat een ander zich er mogelijk gekwetst door zou kunnen voelen. Het zou zo krampachtig worden als bij het spelletje ‘geen ja, geen nee’. Je zou geen normaal gesprek meer kunnen voeren. Er zou geen boek meer geschreven kunnen worden.
We lachen erom en gaan door met het volgende agendapunt: collega A. wilde in haar jeugdtijdschrift een boek van Roald Dahl tippen. Kan dat nog wel?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten