maandag 17 juli 2023

Aanmelden

Dinsdag is de eerste dag van de vierdaagse. Van het lopen dan, want het feest is al volop aan de gang. H. gaat zich aanmelden en hij vindt het wel gezellig als ik even meega naar Nijmegen. Het aanmelden kan op zondag of maandag en zijn theorie is, dat het zondag wel rustiger zal zijn, omdat mensen die van ver komen, waarschijnlijk pas op maandag in de buurt zijn.

Met de wind in de rug fietsen we naar het centrum van Nijmegen, parkeren de fiets tussen duizend andere fietsen in een rek en wandelen naar de Wedren, waar ergens het aanmeldpunt moet zijn. De theorie van H. lijkt niet zo erg te kloppen. Als dit de rustigere dag is, wordt het morgen echt een gekkenhuis. Het krioelt in de stad van de mensen met groene, papieren tasjes. Ze komen allemaal vanaf de plek waar we moeten zijn.

Op de Wedren staan allerlei rijen naar verschillende kanten en het is even zoeken waar we aan moeten sluiten. Dwars door de rij voor de 50 km. heen moeten we naar een van de 30 km. rijen. Er zijn een stuk of acht loketten in de verte waar met grote cijfers 30 op staat. Ernaast een schoen of een gladiool. ‘Ik moet schoen hebben,’ zegt H., dus we kiezen een van de schoen-rijen.

Daar wachten we geduldig, af en toe kunnen we een stapje naar voren, We kijken naar de mensen en luisteren naar het gepraat om ons heen. Voor ons staan twee mannen naast elkaar. Ze hebben elkaar blijkbaar pas net ontmoet en vooral de man rechts is een makkelijke prater. ‘Ik ben fruitteler,’ vertelt hij aan de ander. ‘Dat zit in m’n bloed. Zodra we konden kruipen – we konden nog niet eens lopen – moesten we al appels rapen en in manden doen.’ Hij heeft z’n zoon blijkbaar net zo stevig opgevoed. ‘Toen hij elf was, liep ie z’n eerste vierdaagse. Had ie ’s morgens gelopen, deed ie gewoon ’s middags nog zijn krantenwijk!’ 

We schuiven weer een meter naar voren. De rij naast ons gaat echt langzamer. Dat zien we aan een stel met allebei hetzelfde Disney-petje. (‘Ik zou nog niet dood gevonden willen worden met allebei hetzelfde stomme petje op,’ zeg ik zachtjes tegen H.) Uit een luidspreker klinkt ineens een stem die een zangeres aankondigt. Zij zal voor ons ‘La vie en rose’ zingen. Vlak na haar inzet, begint achter ons een blaasorkest ‘river deep, mountain high’ te spelen. Lekkere combinatie…

Hoe dichter we bij het aanmeldloket komen, hoe meer ik het gevoel krijg dat ik helemaal niet in deze rij thuishoor. Ik moet er namelijk niet aan dénken om de vierdaagse te lopen. Een wandeling van vijftien kilometer vind ik lang zat. Dus een paar meter voordat H. aan de beurt is, schuif ik de rij uit en schaar me bij de niet-lopers, want die zijn hier gelukkig ook.

Even later komt ie naar me toe met een plastic armbandje om en het groene tasje vol nuttige dingen voor wandelaars. Mueslirepen, popcorn, dropjes, klovenzalf. Intussen is het laat in de middag. We storten ons niet in het feestgedruis, maar fietsen tegen de wind in naar huis. Daar gaat H. naar de Tour de France kijken. Nog even lekker onderuit op de bank. Vanaf dinsdag mag ie zelf sportief aan de bak. Ik ben benieuwd hoe het hem zal bevallen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Patsvrouw van het jaar

Op zoek naar iets anders kom ik boven in een boekenkast een oud dagboek tegen uit de tijd dat de kinderen 11 en  8 waren. Ik blader er een t...