“Daar in de verte. Drie kraaien! Of zijn het kauwtjes?”
We doen mee aan de tuinvogeltelling. Voor het eerst. Vanaf half 11 zitten we klaar met de lijst van meest voorkomende soorten. Maar in onze rommelige tuin, waar meestal wel een paar merels of roodborstjes rondscharrelen, mezen aan een vetbol hangen of winterkoninkjes in de schutting schuilen, is nu geen vogel te bekennen.
Het is dan ook geen weer om buiten te zijn. Alleen wat robuustere soorten, zoals kraaien, eksters en meeuwen, zien we af en toe in een windvlaag voorbij stuiteren. Maar de spelregels zijn duidelijk: alleen wie gaat zitten, telt mee.“Ze vliegen over. Dat telt niet.”
Ik zucht: “Zul je net zien. Als wij gaan tellen, hebben die vogels allemaal koffiepauze.”
“Ja, ik heb eigenlijk wel zin in koffie. Jij ook?”
H. verlaat zijn post en ik tel een tijdje alleen. Eén ekster heb ik genoteerd. Eigenlijk zat ie op het dak van de buren, maar je moet toch wát tellen.
Ik zie de regen op onze stenen tuintafel vallen. Lange takken van de braam zijn van de schutting losgewaaid en zwiepen heen en weer. Achter in de tuin schudt een onwinters groene struik hertshooi nee in de wind: nee, nee, niks.
“Een kauwtje!” H. zet koffie voor me neer en pakt een verrekijker. “Het zijn er twee. En ze zitten!”
Nog vijf minuten, dan is ons half uur tellen om. Het is bijna opgehouden met regenen en ik zie iets bewegen onder een struik. In de laatste minuut ontdek ik het roodborstje en H. heeft twee koolmezen gespot. En dat was het dan.
Zes vogeltjes in het hele half-uur.
“Waarom doen ze zo’n telling dan ook niet in maart of april.” mopper ik.
Dan ga ik naar de computer om onze telresultaten door te geven. Ik kijk een beetje rond op de website en loop dan weer naar het raam. Een troepje mussen danst boven de schutting langs. Bij de achterburen op de pergola zit een merel de regendruppels uit z’n staart te schudden. Z’n snavel als een lange neus deze kant op.
Wacht maar. Volgend jaar tellen we weer!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Vogels voederen
Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten