Hij zit aan tafel met zijn ogen dicht.
Zijn blokjes brood onaangeroerd,
Zijn beker melk vergeten
Als ik hem groet, kijkt hij maar even op,
Hij mompelt dag
En nog iets vaags
Dan zakken weer
Zijn zware ogen dicht
Ik vraag hem
Heb je pijn?
Last van het licht?
Hij schudt zijn hoofd.
Wie heeft ze nou gemaakt?
Vraagt hij aan niemand
Of aan mij
Het gaat over een boot.
Zegt hij
Is hij terug
Naar voor mijn tijd?
Hij werkte bij een werf
En maakte schepen.
Ik meng me in zijn droom
En vraag:
Hoe maakte je zo'n boot?
Hoe groot?
Waarmee?Wat deed je?
En met gesloten ogen
Legt hij uit.
We maakten gangen,
Ja, zo noem je dat
Die gingen aan elkaar
Met koperen rode nagels.
Dan zwijgt hij lang
Ik zie een jonge man
Die trots een kleine boot bekijkt,
Tevreden strijkt
Over de koperrode koppen
In het hout.
Nog even
en hij gaat op reis.
Het ontroert me.
BeantwoordenVerwijderenBedankt Hilly!
Mooi, liefde voor je vader, dank!
BeantwoordenVerwijderen