Wij besluiten de veiling over te slaan en alleen naar de
‘buitenste markt’ te gaan, die met z’n vele kraampjes ook interessant is om te
bezoeken. In juni begint het regenseizoen in Japan en vandaag druilt het. Daar
laten we ons niet door weerhouden en om half tien stappen we met de paraplu in
de aanslag uit de metro op zoek naar de vismarkt.
Omdat we nog maar één middag hebben in Tokio besluiten we
kaartjes te kopen voor de hop on- hop off bus, waarmee we langs de toeristische
highlights van de stad komen. Je kunt uitstappen waar je wilt en dan met de
volgende bus weer verder. Het regent nog steeds en de bussen hebben een open
dak. Bij ons kaartje krijgen we een oranje plastic poncho en een paar oortjes.
Daar zitten we op natte stoelen door de beslagen ruiten te turen of we de
plaatsen kunnen ontdekken waarover via de oortjes in het Engels iets verteld
wordt.
Bij Asakusa stappen we uit. In deze wijk is de boeddhistische
tempel Senso-ji, met er omheen gezellige, smalle straatjes vol kraampjes met
souvenirs en eten. Elke tempel heeft z’n eigen charme. Deze heeft een vorstelijk,
steenrood hoofdgebouw met een dubbel dak. Aan de vier hoeken van beide daken de
kenmerkende sierlijk omhoog lopende punten. Een enorme ronde, rode lampion met
zwarte tekens erop hangt midden in de poort. Ook bij alle stalletjes in de
straat die naar de tempel toe loopt, hangen zulke lampions, maar dan in het
klein. We kopen gefrituurde balletjes met pompoen, met zoete bonen en met
sesamzaad en we lopen langs eindeloos veel kleurige waaiers, eetstokjes, prachtige
snoepjes, t-shirts, sieraden en natuurlijk ook paraplu’s. Die zien we trouwens
ook volop om ons heen, want het regent al de hele dag.
Na een ruim uur moeten we terug zijn bij de halte van de bus.
Net als alle treinen, komt die precies op tijd. Deze keer kunnen we op de enige
rij droge stoelen zitten. De volgende plaats die we willen bezoeken is
Akihabara, oftewel ‘Electric Town’. In deze wijk vind je de nieuwste
elektrische apparaten: computers, telefoons, beeldschermen, spellen en alles op
het gebied van Japanse stripboeken en tekenfilms. Gebouwen van vijf
verdiepingen hoog schreeuwen je in Neon kleuren de merknamen toe. Liefhebbers
van Manga, Anime en games, zoals mijn zoon, zouden hier dagen door kunnen
brengen.
Wij hebben niet meer dan vijf kwartier, want dan is er weer een bus. Die moeten we wel halen, want onze dag in Tokio loopt straks ten einde. Vroeg in de avond gaat onze trein terug naar Fukuoka.
Wij hebben niet meer dan vijf kwartier, want dan is er weer een bus. Die moeten we wel halen, want onze dag in Tokio loopt straks ten einde. Vroeg in de avond gaat onze trein terug naar Fukuoka.
Voor alle zekerheid kopen we alvast iets te eten, maar
eigenlijk willen we op ons overstapstation een Ekiben halen, zo’n mooie doos
met eten voor onderweg. Die moet volgens onze informatie op elk station
verkrijgbaar zijn. Maar station Hijemi blijkt een uitgestorven plaats, waar behalve
de drankjes uit de eeuwige automaten nauwelijks iets te krijgen is. In elk
geval geen Ekiben.
Op de terugweg zien we weinig van alle plaatsen waar we
langs rijden. Behalve dat het donker is, zit ons hoofd gewoon te vol met
indrukken van twee dagen Tokio.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten