‘s Avonds zijn we bijna bij de parkeergarage als H. losjes opmerkt dat hij zijn telefoon thuis heeft laten liggen.
‘Maar dan kunnen we niet naar binnen,’ zeg ik geschrokken. ‘We moeten natuurlijk de corona-app laten zien!’
‘Oei, daar had ik niet aan gedacht.’
We staan voor een stoplicht vlak voor een rotonde en ik denk dat we allebei de mogelijkheid overwegen om de rotonde helemaal rond te rijden en snel thuis de telefoon te halen. Een ideetje dat net zo gauw weer de prullenbak in kan. Dat halen we nooit.
‘We bellen het theater om te vragen hoe streng ze ermee zijn,’ stel ik voor. Vanuit de parkeergarage bellen we en H. vraagt of een foto van de QR code misschien ook kan.
‘Eh, dat is scanbaar dus ik denk het wel,’ zegt de dame aan de telefoon.
We bellen J. die thuis is gebleven. Hij vindt de QR op de telefoon en stuurt een foto. Door een miezerbuitje lopen we snel naar de bioscoop, waar ik bij de ingang vlekkeloos mijn code kan laten scannen. Dan de foto van H. Maar nee, dat werkt niet. De QR blijkt om de zoveel tijd te verspringen en is dus al verouderd.
De jongen bij de ingang denkt mee. ‘Als je nou de persoon die de foto heeft gestuurd via facetime kunt bellen, kan ie de code ‘live’ laten zien.’
Goed idee. We bellen weer naar huis, maar J. neemt niet op.
‘Misschien is ie even naar de wc.’
Na zes keer bellen zegt de deurbewaker dat we wel even naar binnen mogen komen; het miezert nog steeds. Na tien keer bellen beginnen we de moed te verliezen en na vijftien keer bellen geven we het op.
‘Ga jij maar naar binnen,’ zegt H. ‘Bel maar als het is afgelopen, dan kom ik je ophalen.’
Ik heb geen tijd om erover na te denken, want om acht uur begint de voorstelling en het is één minuut voor acht.
Een zoen, twee trappen op rennen en voor de ingang van de zaal probeer ik op mijn telefoon het toegangskaartje tevoorschijn te toveren. Maar er komt een melding dat dit niet mogelijk is. ‘Bestelling x kan niet worden gevonden. Dit kan zijn omdat de voorstelling is geweest.’
Ik laat het zien aan de dame bij de deur.
‘Ga maar gewoon naar binnen,’ zegt ze gemoedelijk.
‘Ja maar ik weet niet meer wat mijn stoelnummer is.’
‘Eh, nou, ga maar ergens zitten. En als er nog iemand komt voor die stoel kun je nog ergens anders gaan zitten.’
Er is inderdaad ruimte genoeg en een paar minuten nadat ik binnen ben begint de voorstelling. Zeven eenakters waarvan er een paar erg leuk zijn, een paar best leuk en helaas vind ik de laatste flauw en overgeacteerd. Toch ben ik blij dat ik wel naar binnen ben gegaan. En na mijn solo avondje theater word ik heel lief weer opgehaald door H.
Best een leuke avond, maar toch niet helemaal hoe we het ons hadden voorgesteld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten