We gaan naar de beroemde Incastad Machu Picchu. Dat kun je op veel manieren doen. Van loodzware 5-daagse trektochten tot een luie bus-en-trein variant. We kiezen voor een tussenvorm. De tweedaagse tour die we hebben geboekt, houdt in dat we met een busje van Cusco naar Hydroelectrica gaan. Van daaraf kun je lopend langs het spoor naar Aguas Calientes, het dorp aan de voet van de berg waar Machu Picchu op gebouwd is. De volgende ochtend vroeg klimmen we naar de Incastad en worden dan ’s middags bij Hydroelectrica weer opgepikt voor de terugreis naar Cusco
17 oktober
Rond 8 uur ’s morgens worden we vanaf ons hotel in Cusco opgehaald met een kleine bus. De Spaanstalige chauffeur is kortaf. Op verschillende plaatsen komen er mensen bij tot we met 15 personen vol zitten. Mensen helpen elkaar welwillend met bagage en schikken in. We raken aan de praat met Jorge, een Spanjaard die in Engeland woont. Handig, want hij vertaalt voor ons wat de chauffeur zo nu en dan aan summiere informatie mompelt.
Om half 11 stoppen we bij een winkel / café / toilet. Even wat drinken, plassen, de benen strekken. Dan gaan we het busje weer in.
Voor hoe lang? Geen idee.
Jorge dacht iets te horen over een lunch. Die blijkt pas drie en een half uur later te zijn. Het regent als we uitstappen bij een huiskamerrestaurantje. Hier en daar lekt het dak van golfplaat. Aan een lange tafel brengt een jongetje van een jaar of tien voorzichtig borden soep rond. Daarna is er omelet met rijst en aardappels.
Dan wacht het busje weer. Gelukkig zijn we nu bijna bij onze bestemming. Na nog een half uurtje rijden worden we uitgeladen op een desolate plek: Hydroelectrica is een kleine waterkrachtcentrale. Behalve een kale parkeerplaats is er alleen een loket waar we onze paspoorten moeten laten zien. Dan staan we zonder verdere informatie naast het enkele spoor van de dure trein naar Aguas Calientes, oftewel Machu Picchu dorp.
Je kunt maar één kant op, dus we lopen op goed geluk achter iedereen aan langs het spoor. Gelukkig regent het niet meer. Samen met onze nieuwe vriend Jorge struinen we over het grind, langs smalle, zanderige voetpaadjes en soms een stuk over de bielzen van het spoor. We passeren andere wandelaars en worden gepasseerd. Eén keer moeten we opzij voor de trein, die je al kilometers van te voren aan hoort komen, omdat ie onophoudelijk met lange tonen toetert.
Volgens de boekjes is de afstand acht kilometer. Wij lopen 2 uur en drie kwartier stevig door en schatten de afstand eerder in op 12 kilometer. Dan staan we op het station.Wat nu?
We hebben geen naam van een hotel of van een gids, zelfs geen informatie over een ontmoetingsplek. Via een kleine informatiebalie bij het station komen we erachter dat alles zich hier afspeelt op de Plaza de Armas, in het hart van het dorp.
Daar vinden we wat mensen uit ons busje terug die weten dat alle gidsen hier hun mensen komen zoeken. Inderdaad loopt er na een tijdje iemand onze namen te roepen. We krijgen een hotel aangewezen en krijgen de opdracht om ons om 19.30 opnieuw op het plein te melden. We horen bij grupo Puma.
En nu?
(klik hier voor deel 2)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten