zondag 13 april 2025

Bezoek uit Los Angeles

De skyine van Los Angeles: hoge gebouwen, blauwe lucht, links en rechts palmbomen
Skyline Los Angeles
Mijn dochter I. (zie twee dochters) heeft haar vriendin C uit Los Angeles op bezoek. Voor iemand die moeite heeft met sociale spelregels is het een hele opgave om een logé uit Amerika een week lang goed op te vangen. I. is al weken aan het bedenken wat ze samen zullen doen en voor een paar praktische dingen zijn wij ingeschakeld. Zoals het langsbrengen van een extra fiets en een overnachting bij ons na een avondje bordspel  bij vrienden.

Natuurlijk loopt niet alles zoals gepland. De vrienden van het bordspel moeten afzeggen vanwege een ernstig zieke opa. Jammer. En nét in deze week krijgt I. een ontsteking die het lopen zó pijnlijk maakt dat veel plannen ondoenlijk worden. Gelukkig is C. flexibel, kan ze fietsen en vindt ze ons voorstel leuk om hierheen te komen en samen een stuk langs de dijk te fietsen.

H. en ik fietsen voorop en achter ons horen we de twee vriendinnen zo druk in gesprek dat ik me afvraag of het eigenlijk veel uitmaakt waar we zijn. Als we een kudde wilde paardjes in de uiterwaarden zien, maken we een fotostop. C. houdt van paarden, vertelt ze. Verderop stoppen we nog een paar keer om iets aan te wijzen en/of foto’s te maken. Het weer werkt mee en het is een gezellige tocht.

Later op de dag hebben we ook nog een rondje varen in de aanbieding. En dan een cocktail. We hadden bedacht om met z’n allen te koken, maar eigenlijk is het niet zo handig om met z’n vieren in de keuken bezig te zijn, dus we laten de twee vriendinnen lekker kletsen terwijl wij groente snijden voor de gadogado.
Ze kunnen het eindeloos over kleine details hebben, zoals de betekenis van een bepaald woord in verschillende talen. Het is leuk om te horen hoe ze op dezelfde golflengte zitten.

Na het eten besluiten we om een bordspel te doen. Het spel is nieuw voor C. en ook nog in het Nederlands, maar met een beetje hulp van I. lukt het haar verbazend goed om mee te spelen.

Het wordt later dan we hadden gedacht en de volgende ochtend moet iedereen vroeg op, want dan staat er een dag Amsterdam op het programma. En ook daar heeft I. gelukkig hulptroepen. Haar laatste nacht in Nederland kan C. in het huis van E. slapen. En zondagmorgen vertrekt ze weer naar Amerika. Volgens mij was het ondanks alle hindernissen toch een geslaagde week.
 

vrijdag 4 april 2025

Vliegen - deel 2


(lees hier: Vliegen deel 1)

Vanuit de lucht bestaat Nederland voor een groot deel uit vierkanten en rechthoeken. Ik weet natuurlijk dat we een klein landje hebben met veel keurig verkaveld land, maar zo van bovenaf is het toch confronterend. Gelukkig zijn we al gauw boven de Veluwe: donkergroen met grote, lichte zandplekken. 

“Daar ligt Deventer,” wijst E. “Ik zie de grote kerk al bij de rivier.”
Ik tuur naar beneden en probeer iets te herkennen. Moeilijk, vind ik, zo van bovenaf. Wat wel heel duidelijk zichtbaar is, is de IJssel. Rivieren zijn handig om op te navigeren, al is dat in een tijd van GPS schermen eigenlijk niet meer nodig. We volgen de IJssel. “Dit is Zutphen,” vertelt E. en even later wijst hij Doesburg aan.
Van Arnhem herken ik het station en als we bij Nijmegen zijn, maken we een extra ronde boven de stad. Daar de Waal, de Stevenskerk, de brug … en nu naar het Westen.


Ik heb H. een berichtje gestuurd dat we straks over ons huis vliegen. Hij zal zwaaien, appte hij terug. Beneden zie ik ons dorp, onze wijk, ons huis. We gaan wat lager en maken een rondje linksom en een rondje rechtsom, maar hoe ik ook speur, ik zie geen zwaaiend poppetje in de tuin. H. heeft óns natuurlijk wel gezien, laat hij weten als we op weg naar Hilversum zijn.

Boven Utrecht zien we de Dom en iets verderop kasteel De Haar, waar ik niet lang geleden samen met H. op bezoek was.
Door naar Hilversum, waar we een hobbelige landing maken op gras. Op het zonnige terras van het vliegveldrestaurant trakteer ik E. op koffie met appeltaart.

Zunderdorp in vogelvluchtZelfs na zo’n koffiestop moet er gecheckt worden voor we weer de lucht in gaan. Een korte controle deze keer. En opnieuw toestemming vragen om te mogen vertrekken. Als het mag zullen we over Amsterdam vliegen, maar dat hangt van de verkeersdrukte op Schiphol af. We hebben geluk en maken een rondje laag over de stad en dan een klein uitstapje boven Zunderdorp.
Tenslotte vliegen we met een bocht over het Markermeer om vanaf het Noord-Westen weer op vliegveld Lelystad te landen.


"Vergeleken met een grasbaan is de landingsbaan hier een eitje," zegt E. Maar net tijdens de landing gebeurt er iets met de wind dat turbulentie oplevert en hij moet een flinke wiebel opvangen. “Moet ik er toch nog voor werken,” lacht hij.
We staan weer op de grond en omdat er na ons iemand anders met de Victor Foxtrot Charly de lucht in gaat, kunnen we hem laten staan.

Nog even napraten, een glas water drinken en dan moet ik vertrekken om niet in de file terecht te komen. Ik bedank E. heel hartelijk voor dit vliegtochtje op maat. Wanneer krijg je zoiets nou zomaar cadeau … Ik heb er echt van genoten!

Vliegen - deel 1

De vliegclub is op de tweede verdieping en bovenaan de trap staat E. me al op te wachten. Na onze vorige afspraak waarin wij, lang geleden klasgenoten, opnieuw kennismaakten, zullen we nu de lucht in gaan. 

Grasveld met landingsbanen. Er staan een stuk of vijf kleine vliegtuigen verspreid over het veld. Zomers blauwe lucht erboven
Door de grote ramen zien we gras en landingsbanen en een paar kleine vliegtuigjes. Vanaf het balkon wijst E. me met welk type we straks gaan vliegen. Maar eerst nog de laatste voorbereidingen. Een vliegplan heeft hij al ingediend. Op de kaart wijst E. me aan wat de geplande route is, in welke richting we opstijgen, waar we níet mogen komen (militaire oefeningen) en waar we een tussenlanding maken (Hilversum).
Op een briefje moet ik mijn gegevens achterlaten. E. verzamelt de spullen die mee moeten en dan verlaten we, aan de ‘verboden voor onbevoegden’ kant, het clubgebouw om naar de hangar te lopen. Daar staat de PH VFC (Victor Foxtrot Charly).

Als je een auto huurt, kijk je voor je vertrekt alleen even of er geen beschadigingen zijn waar jij straks voor moet opdraaien. Met een vliegtuig op stap gaan is andere koek. E. controleert eerst het oliepijl. Dan haakt hij een metalen stang aan het vliegtuigje om het met de hand naar buiten te trekken. Daar doet hij een rits veiligheidscontroles en tankt genoeg bij om onze tocht te kunnen maken (verdeeld over de tanks in de linker en de rechtervleugel).

Indrukwekkend paneel met wijzertjes, knoppen en hendels

In de cockpit vertelt E. me wat alle wijzertjes betekenen en is er een lange checklist die stap voor stap afgewerkt moet worden. Doen alle lichten het? Er worden knoppen ingedrukt of op de goede stand gezet, hendels los- of vastgezet, getallen genoteerd, een kompas goed afgesteld en tenslotte doen we de veiligheidsriemen om, zetten we de headsets op en vraagt E. aan de toren toestemming om te vertrekken.

Dat moet vanaf baan 05, zegt de toren en E. knikt. Dat had hij al gedacht. We taxiën naar het begin van de baan en draaien daar om, om tegen de wind in op te stijgen. Met een bocht verlaten we het vliegveld en terwijl E. de communicatie met de toren afrondt (alles in het Engels) zie ik de wereld beneden veranderen in een maquette met kleine gebouwtjes en piepkleine autootjes.  

(lees hier: Vliegen deel 2)





woensdag 26 maart 2025

Mevrouw Rol

gedrapeerde lap stof
Ik sta in de kringloopwinkel met een stuk stof in mijn handen waar ik misschien een
broek van zou kunnen maken.
“O, dat is een mooi stofje,” zegt een mevrouw die een stukje verderop wat spullen staat te verschikken. “Linnen denk ik. Daar kun je wel wat leuks van maken.”
Ik knik. Het lijkt op linnen en het is een grote lap. Ik neem hem.

Thuis probeer ik uit te vinden of het klopt. Ik zoek op internet naar de kenmerken van stoffen en ineens weet ik het weer. Een paar draadjes in de fik steken. De manier van branden, de geur en hoe het uiteinde daarna voelt daarmee herken je een stof.

Toen ik net van de middelbare school kwam, ging ik naar een lerarenopleiding Engels en Textiele Werkvormen. Best leuk, maar na een half jaar had ik ten eerste een beetje genoeg van almaar met een groep meiden brei- en haakwerkjes zitten maken, maar ik zag vooral de stage niet zitten die eraan kwam.

“Ga naar een LTS, dat is interessant, want een onderwijsvorm die je nog niet kent,” zei Mevrouw Rol. Ik stelde me voor hoe een klas 12-jarige jongens zou reageren op een juf die ze zou leren breien en ik huiverde. Voordat mijn eerste jaar om was besloot ik te deserteren. Tot verdriet van Mevrouw Rol, die het zonde vond omdat ik tenslotte een plek op de opleiding veroverd had via een toelatingsexamen.

Zij was de lerares textielwarenkennis, het vak waarbij je leerde over de kenmerken van stoffen. Een vrouw van middelbare leeftijd, die vaak beige broeken droeg van een zakkerig model. Van linnen, zodat we achter haar rug giechelden als ze alle goede eigenschappen van die stof bejubelde. Haar broeken vertelden een ander verhaal. 

En nu ga ik een linnen broek maken. Van een kleur die je beige zou kunnen noemen (maar ik zeg liever kaki). Het moet een elegante broek worden met een goede pasvorm. En zodra de kont begint te lubberen, gaat ie naar de textielbak. Ik ben toch zeker Mevrouw Rol niet.

zondag 23 maart 2025

Bezoek in het verpleeghuis

Ingang en vleugel van het verpleeghuis. Veel grote ramen en onder de overkapping verschillende tafeltjes met stoelen
Zaterdag moeten we in Noord-Holland zijn en brengen meteen ook een bezoekje aan de oudste broer van H. Die woont in een verpleeghuis in Limmen.

Broer B. is de helft van een tweeling waarvan de andere helft nog glashelder is. Maar B. is al jaren aan het dementeren en er is inmiddels niet veel meer over van de man die we gekend hebben. Als we de huiskamer binnenkomen krijgen we de anonieme glimlach die iedereen van hem krijgt: leuk dat er bezoek is.

Het is mooi weer, en H. zegt opgewekt tegen zijn broer dat we hem meenemen naar buiten voor een wandeling. Iemand komt met een rolstoel en zijn jas en we nodigen hem uit om in die rolstoel te gaan zitten.
“O nee hoor, dat doe ik niet,” zegt B. Zijn jas wil hij ook niet aan. Maar H. dringt aan. Hij pakt zijn broer voorzichtig bij de arm om hem op te laten staan. Een verzorgster neemt hem bij de hand en trekt een beetje mee.
Het duurt even, maar dan staat B. rechtop. Iedereen in de huiskamer juicht en hij lacht vrolijk mee maar gaat meteen weer op zijn stoel zitten. De verzorgster trekt zijn jas aan, waarin hij zijn arm kwijtraakt en haar hand niet meer los wil laten. Het duurt zeker vijf minuten voor de jas eindelijk aan is en nóg vijf minuten om B. nóg een keer overeind te helpen.

Voorzichtig wordt de rolstoel achter hem gezet, zodat hij dáárin neer kan zakken en dan kunnen we naar buiten. Zonder protest gaat hij met ons mee en onderweg lacht hij vriendelijk bij alles wat we aanwijzen en benoemen. Een paar keer zegt hij tegen me dat ik ook wel even mee mag rijden.

Terug in het huis, gaan we eerst even iets drinken in het restaurant. De koffie voor B. blijft onaangeroerd staan. Het koekje erbij bekijkt hij van alle kanten.
“Het is maar een klein ding,” constateert hij en legt het weer neer.
“Eet het maar op, het is voor jou,” zegt H. maar dat lijkt hij niet te begrijpen. En ook de aansporingen om de koffie op te drinken hebben geen zin. Ik vraag me af hoe dat met eten gaat. Doet hij dat wel? Of moeten ze hem voeren?

Op zijn eigen afdeling wordt B. hartelijk ontvangen. De verzorgers zijn goed hier. Beter dan op de plek waar hij eerder zat en waar onze schoonzus wanhopig werd van de moeizame communicatie en het steeds wisselende personeel. We zetten B. met zijn rolstoel voor het raam.
“Ik red me wel,” zegt hij als we weggaan.
“Blijf je hier zitten? Dan zwaaien we straks naar je.”
Beneden lopen we de deur uit en kijken naar het raam van zijn huiskamer. Maar hij zit er niet meer. Vergeten te zwaaien. Zou hij nog weten dat we geweest zijn?

maandag 17 maart 2025

Even een park aanleggen

Zaterdagmorgen om 10 uur loop ik de deur uit. Warm aangekleed, want al schijnt de zon, er staat een kille wind. Hoek om, bruggetje over en daar zie ik verderop al een groepje mensen staan naast een bestelwagentje met een platte kar erachter. Zo dichtbij ons huis is de plek waar we vandaag aan de slag gaan.

Het is NLdoet, de dag dat in heel Nederland allerlei vrijwilligersactiviteiten plaatsvinden. Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen (VLB) heeft samen met een groep buurtbewoners het ambitieuze doel om vandaag in één dag een park aan te leggen.

Nou ja, er is al wat voorwerk gedaan. De gaten voor het planten van 20 appelbomen en een paar linden zijn al gegraven, net als de paddenpoel. Als je dat met de hand moet doen in deze zware klei, ben je zo een paar weken verder. Maar de rest doen we vandaag. Met z’n stuk-of-dertigen.

De mensen van VLB gaan meteen op de wilgen af die er al langer staan, maar die vandaag geknot moeten worden. Een lekkere ongecompliceerde klus: gewoon alles eraf! Ik aarzel even, maar kies dan voor het planten van nieuwe appelbomen. In tweetallen zetten we in alle kuilen een boompje.

Op de heuvel van uitgegraven aarde om de paddenpoel zijn anderen bezig een meidoornhaag te planten. Verderop, achter de sloot, komt in een grote driehoek een ‘vogelbosje’ met inheemse struiken. Een rij stokoude pruimenbomen wordt aangevuld met een paar jonkies ertussen. Met de afgezaagde takken wordt een takkenril gevuld.

Iemand uit de buurt komt met een grote kan koffie en cake. Om één uur is de soep opgewarmd die H. gisteravond in twee weeshuispannen heeft gemaakt. En om twee uur komt de wethouder langs. Dan is bijna alles gedaan en staan we met z’n allen te kijken hoe uit een grote tankwagen met water de paddenpoel gevuld wordt.

Samen met een vijfentachtigjarige buurtbewoonster schept de wethouder symbolisch de laatste plantkuil vol aarde. Het park is een feit, op een paar onderdelen na waar nog aan gebouwd wordt: een bijenhotel, een kast voor een torenvalk.
Dan zijn er bubbels. Op het nieuwe park! En laat nu de lente maar komen zodat alles mooi groen wordt. Proost!

maandag 10 maart 2025

Een literaire lunch

Op een zonnig terras op het marktplein zit ik tegenover de docent waar ik 35 jaar geleden bij ben afgestudeerd. Hij was toevallig met H. aan de praat geraakt tijdens een vergadering waar ze vanuit verschillende clubs bij zaten en toen H. mijn naam noemde, rinkelde er een belletje.

Er volgde een mailwisseling en een lunchafspraak waar ik nieuwsgierig naartoe ga. Herken ik mijn oud-docent? Hebben we elkaar iets te vertellen? Het is allebei Ja.
Omdat we ons allebei een werkzaam leven lang met jeugdliteratuur hebben beziggehouden, is er een duidelijk gespreksonderwerp.

Onderweg heb ik me afgevraagd hoe oud B. inmiddels is. Hij moet tegen de tachtig lopen dacht ik. Ergens tijdens ons gesprek bevestigt hij dat vermoeden.
“Ik ben nu tachtig,” zegt hij en dan, na een korte stilte, “Nu moet jij zeggen: maar daar zie je er helemaal niet naar uit!”
Ik schiet in de lach en herhaal het zinnetje braaf.

Humor, een gezamenlijke interesse, mensen die we allebei kennen, het maakt het gesprek makkelijk en leuk. Ik vraag hoe het mogelijk is dat B. zich mij zo goed herinnert, want hij moet toch heel wat jaargangen studenten voor zich hebben gehad.  
Het is een combinatie van factoren:
ik ben afgestudeerd in zíjn specialisatie, jeugdliteratuur, met een scriptie-onderwerp dat hem erg interesseert.
Ik heb later regelmatig artikelen gepubliceerd in een tijdschrift over jeugdliteratuur en voor de uittrekselbank jeugd.
De periode dat ik studeerde was voor hem een intense tijd, waarvan hij zich sowieso nog veel herinnert.

Ons gesprek schiet alle kanten op, maar B. brengt het steeds terug naar mijn geschiedenis. Waarom ben ik jeugdliteratuur gaan studeren? Waarom dit scriptie-onderwerp en waarom wilde ik niet promoveren op dat onderwerp? Als een volleerd interviewer, wat hij tenslotte ook is.

Als hij betaald heeft (“volgende keer mag jij betalen”) nemen we afscheid en gaan we ieder een kant op. Grappig, dit was de tweede keer dit jaar dat ik met iemand van lang geleden lunchte. Is dat toeval of zou dat nou echt iets zijn voor pensionado’s?

maandag 3 maart 2025

Onzichtbaar personeel

Kasteel De Haar
Niet ver van de stad Utrecht ligt kasteel De Haar. Op zoek naar een leuke stop onderweg van Schagen naar Nijmegen, kwam ik dit kasteel online tegen. Op de website staat een mooie foto waarop de torens sprookjesachtig uit de mist oprijzen. En wat me vooral aanspreekt is de rondleiding ‘In dienst van de adel’, waarbij je te zien krijgt waar en hoe het bedienend personeel werkte.

Het is een prachtig gebouw, maar een echt oud kasteel is het niet. Ja, op deze plek stond al in de 14e eeuw ‘Huis De Haar’, maar dit enorme slot is pas rond 1900 gebouwd op de resten van eerdere, verwoeste versies. Een eerbetoon van baron Etienne van Zuylen van Nijevelt aan zijn roemrijke familie (betaald door zijn rijke vrouw).

Voordat de rondleiding begint bekijken we de zalen en kamers. Alles is tot in perfectie ontworpen en ingericht door architect Pierre Cuypers. Van de muren en torens tot het behang, de meubels en zelfs het bestek. Een ongelooflijk luxe en decadent oord, dat alleen in de maand september bewoond werd door de baron en barones en de gasten die uitgenodigd waren om hier feest te komen vieren.

Het bedienend personeel had z’n eigen verdieping. ‘Ze werden heel goed behandeld,’ verzekert de gids ons meerdere keren. Geen strozakken maar echte bedden. En zelfs hier op de derde etage was warm en koud stromend water en elektriciteit. Al in 1900! En er was een relaxruimte waar ze gezellig een spelletje konden doen. Als daar ooit tijd voor was.

Want hoe goed ze ook behandeld werden, het was hard werken voor het personeel. In elke kamer in het kasteel is een belletje. De gids laat een jongetje op die bel drukken in kamer elf. Later komen we in een ruimte waar een bord met cijfers en lampjes staat. Het lampje bij nummer elf brandt: ‘personeel gewenst’.
Langs de hele buitenkant van de verdieping met gastenkamers is een gangetje waardoor de bedienden onzichtbaar voor de gasten van de ene naar de andere plek konden gaan. Want het was niet de bedoeling dat gasten en personeel elkaar tegen het lijf liepen.

We lopen achter de gids aan door smalle gangen en langs trapjes. Leuk om te zien hoe dat allemaal ging, nog helemaal niet zo lang geleden. Maar ook met een dubbel gevoel over dit prachtige kasteel. Puur en alleen gebouwd voor de feesten in september waarvoor de baron en barones beroemde personen uit de hele wereld uitnodigen om daarmee te pochen.

De feesten zijn afgelopen, het kasteel staat er nog. Nu te bezoeken voor iedereen om even rond te lopen in een sprookje: er was eens…


donderdag 27 februari 2025

Drie dagen naar Schagen

Ingang Marinemuseum. Een grote, ronde poort met hekken - aan weerszijden een kanon
Waarom Schagen?  
Nou, het was een arrangement dat we toevallig tegenkwamen en we hadden wel zin in een paar dagen helemaal weg. 

Op zondagmorgen zetten we onze fietsen op de fietsendrager, gooien een koffertje en een rugtas in de kofferbak en vertrekken. Het weerbericht is een sandwich: zondag en dinsdag droog, maandag veel regen. Dus we beginnen met een fietstochtje. Een kleine zestig kilometer door de duinen en langs het strand.

Het is een zonnige dag en het is een mooie route. Het mooist vind ik de stukken dicht langs de zee, waar je de gekleurde vliegers van de kitesurfers boven de glinsterende zee ziet dansen. Maar het zijn ook de stukken waar we het hardst tegen de wind in moeten trappen. We doen er best lang over en pas rond half zes komen we bij ons hotel aan.

’s Avonds bekijken we wat we morgen gaan doen. Een regenachtige maandag, waarop veel musea helaas gesloten zijn. Maar niet in Den Helder. Daar is zowel het Reddingsmuseum als het Marinemuseum open. We bezoeken ze allebei.

Het Reddingsmuseum is best leuk. Een beetje klooierig met een VR-experience waarbij ik de veel te grote VR-bril de hele tijd vast moet houden; met halverwege een zeer aanwezige voorstelling voor kleine kinderen door twee oudere vrijwilligsters die een carrière als kleuterleidster zijn misgelopen; en met gesproken informatie die we haast niet kunnen horen omdat verderop een oma luidkeels haar kleinkinderen staat te onderwijzen.

Dan naar het Marinemuseum. Een enthousiaste medewerkster vertelt ons meteen dat we vooral moeten beginnen met de onderzeeboot, waar je in kunt. Daar binnen lopen we door de nauwe gangetjes. Een ex-marinier die zelf op de boot heeft gewerkt, vertelt hoe alles in elkaar zit. 70 mensen werkten en sliepen in de smalle cilinders waar de boot uit bestaat. Nogal claustrofobisch, zelfs boven water.

Er is nog veel meer te zien en dezelfde medewerkster van het begin vindt dat we van de zomer maar terug moeten komen. Dan is ook de nieuwe helikopter erbij die binnenkort komt. Wie weet doen we het. Maar nu gaat het museum sluiten en wij gaan terug naar ons hotel in Schagen.

Drie dagen zijn zo om. Dinsdag checken we uit en onderweg bezoeken we vlakbij Utrecht kasteel De Haar. Dat is groot en mooi genoeg voor een nieuw verhaal. Misschien morgen.

zaterdag 22 februari 2025

We komen er vast samen uit

Ik geef toe dat het een eigen fout was: per ongeluk bestelde ik bij post.nl twee keer hetzelfde verzendlabel. Een bedrag van 4 euro 25 is niet om wakker van te liggen, maar ik wilde toch weten of ik het terug kon krijgen. En daar ging het mis.

RobotjeAls ik via ‘service en contact’ zoek naar een telefoonnummer of mailadres vind ik alleen een uitgebreide keuzelijst met mogelijke onderwerpen, waar mijn vraag niet tussen staat. Wel is er een chatrobot, Daan. Hij denkt dat we er vast samen uitkomen.

Als ik mijn vraag stel, antwoordt Daan: ‘Mmm, helaas kan ik je hierbij nog niet helpen. Mijn collega's gelukkig wel! Wil je contact met de klantenservice?’
Dat lijkt me een prima idee en Daan komt met de keus ‘chatten’ of ‘bellen’. Voordat ik een telefoonnummer krijg, moet ik een aantal vragen beantwoorden. Als ik eindelijk kan bellen, heb ik na 12 minuten nog steeds niemand aan de lijn en ik geef het voor nu even op.

Later op de dag probeer ik het opnieuw. Helaas heb ik het telefoonnummer niet opgeslagen en ik kom weer bij Daan uit. Die geeft niet zómaar de contactgegevens, ik moet weer eerst 20 vragen beantwoorden. Deze keer begint het telefoongesprek met de mededeling dat het op dit moment bijzonder druk is. Daar ga  ik niet aan beginnen. Ik kan beter een mail sturen. Maar waarheen?

Weer kan ik niet om de chatrobot heen. Ik vraag om een mailadres. ‘Oeps,’ zegt Daan, ‘ik begrijp de vraag niet helemaal.’ En op welke manier ik het ook probeer, een mailadres krijg ik niet. Wel de mogelijkheid om te chatten met een echt mens. Maar dan wil Daan wel graag eerst nog 20 vragen beantwoord hebben, zodat het echte mens voorbereid aan de chat kan beginnen.

Na deze horde komt de mededeling dat het wel 20 tot 25 minuten kan duren voordat er iemand tijd heeft om met mij te chatten.
Ik besluit een klacht in te dienen over de onbereikbaarheid van post.nl. Maar ik had kunnen weten waar ik terecht zou komen via de optie ‘klacht indienen’. Jawel. Eerst wil chatrobot Daan weten waar de klacht over gaat, zodat die naar de juiste afdeling gestuurd kan worden.

En hoe ik het ook formuleer, Daan begrijpt de klacht niet. Echt handig, zo’n poortwachter die gewoon de poort dicht houdt. Hier krijgt post.nl vast nooit klachten over binnen.

vrijdag 14 februari 2025

Het hele lijstje afgevinkt.

Op zaterdagmorgen checken we rond half tien of we alles van ons lijstje klaar hebben staan. Koffertje, gereedschapskist, accuboor, kit, gordijnhaken, schuurmachientje … We leggen alles achterin de auto en kunnen vertrekken.

Meestal ben ik het die het contact met onze kinderen onderhoud, telefonisch, via whatsapp en tijdens de lunch-uitjes die I. en ik regelmatig hebben. Maar soms krijgt H. een berichtje en dat is meestal als er iets gedaan moet worden. Zo kreeg hij van onze Amsterdamse dochter E. de vraag of we in een weekend langs wilden komen mét gereedschap voor een aantal klusjes.

Op een hoekbank met kussens liggen twee katten languit, met uitgestrekte poten, te chillen
We zijn er om elf uur en krijgen eerst koffie. Ik ben niet alleen voor de gezelligheid mee; er is ook ergens een knoop af en er moeten planten verpot worden. Maar eerst kijken we met z’n allen naar het gordijn in de slaapkamer. Er is één haak los. De meegenomen extra haak is zinloos, want het gaat erom dat het ringetje in de gordijnrail is afgebroken.

Probleem is dat de rail aan beide kanten zo strak tegen de muur zit, dat er geen nieuw ringetje aan geschoven kan worden. De rail losmaken is geen optie, want die is met kunst- en vliegwerk na drie keer mislukken aangebracht. Terwijl H. en E. proberen een oplossing te verzinnen, bedenk ik dat er misschien twee haakjes in één ringetje kunnen. Daarvoor moet eerst het hele gordijn los. Als we dat tenslotte doen, blijkt er stiekem een extra ongebruikt ringetje ergens tussen te hangen. Probleem opgelost!

Dan gaan we wat spullen halen bij de bouwmarkt en aan de slag met de rest van het lijstje met klussen. Allemaal kleine dingen die we in de loop van de middag afstrepen tot we om half zes op pad moeten om op tijd in het restaurant te zijn waar we gereserveerd hebben. 

Gezellig en lekker. We zijn het erover eens dat E. een goede keus heeft gemaakt. ’s Avonds hoeven we niks. We aaien de katten, ik doe woordspelletjes met E. en H. leest een boek. Op zondagmorgen slapen we uit. Het laatste klusje van de lijst wordt afgewerkt en dan is het zo laat dat dat museum dat we overwogen niet zo veel zin meer heeft. We gaan gewoon naar huis. Tevreden over een productief en gezellig weekendje Amsterdam.

zondag 2 februari 2025

Een bijzondere date

Links een open hangar met daarin een klein vliegtuig. Rechts een stenen vlakte, in de verte nog een vliegtuigje en een paar lage gebouwen. 'Vliegveld Hilversum.' Ik ben de ingang al voorbij voordat ik het in de gaten heb. Even later draai ik de parkeerplaats op. Als ik uitstap komt er iemand naar me toe wandelen.

“Jij moet E. zijn,” zeg ik en we geven elkaar een hand.
“Ik vind dit best een gekke afspraak.”
“Ik ook,” zegt E. en we lopen naar de ingang van het restaurant.

Tien jaar geleden schreef ik een blogje over een maquette die we vonden tussen de spullen van mijn overleden vader. Jaren daarna kreeg ik een mailtje van E., die het verhaaltje was tegengekomen en me nu een paar luchtfoto’s van Zunderdorp stuurde. Ooit hebben we een jaar bij elkaar in de klas gezeten op de middelbare school.

Er volgde een korte mailwisseling en daarna bleef het een tijd stil. Een paar maanden geleden stuurde E. me een filmpje vanuit de lucht van de omgeving waar ik nu woon. Leuk. Ik hou ervan om dingen vanaf een hoog punt te bekijken. Vanaf een toren of een ander hoog gebouw de kleine mensjes, autootjes, straten of rivieren te zien.

Heel lang had ik het vage plan om ooit eens een ballonvaart te maken of misschien zelfs een parachutesprong. Sinds ik weet dat ik extra breekbaar ben door osteoporose, heb ik die plannen laten varen. (Zo’n mand bij een ballonvaart schijnt soms vrij heftig te landen)
Als E. in een mail aanbiedt dat ik wel een keer mee mag in een klein vliegtuigje, aarzel ik maar heel even.

Ik hou van de natuur, ik maak me zorgen over vervuiling en probeer daar niet al te veel aan bij te dragen. Vliegvakanties sta ik mezelf maar heel beperkt toe. Maar nu krijg ik iets wat ik al heel lang eens wilde, zomaar aangeboden. Een keer in zo’n klein vliegtuigje mee … moet kunnen, vertel ik mezelf.
 
Dus maken we een afspraak. Niet meteen om te vliegen. Eerst maar eens opnieuw kennismaken. En er moet het een en ander voorbereid worden. In het restaurant van vliegveld Hilversum legt E. me van alles uit over wat er komt kijken bij zo’n vlucht.. Buiten zien we af en toe een vliegtuigje aankomen dat een landing oefent en dan weer opstijgt. Een leuke plek, een leuk gesprek.

Tenslotte wijst E. op een speciale landkaart aan hoe we zouden kunnen vliegen. Als de weervoorspellingen goed zijn, gaan we in maart, of misschien april. Met die afspraak nemen we afscheid. Dat was een bijzondere date. En de volgende keer gaan we dus de lucht in.



zondag 26 januari 2025

Rammenas

Ik heb een groente-abonnement bij de voedselboomgaard. ‘Oogstgenoot’ heet dat. Omdat ik ook vrijwilliger ben, combineer ik het oogsten met mijn werkochtend. Voordat ik naar huis ga, struin ik door de moestuin en pluk, trek of schep de groenten voor deze week en stop ze in meegenomen tasjes of zakjes.

Een paar ronde en een paar langwerpige zwarte rammenas-knollen op een houten plank. Op de voorgrond een doorgesneden knol, wit van binnen.

Valt er dan nog wat te oogsten in de winter? Niet heel veel, maar er staan nog wat wintergroenten zoals spruitjes en koolsoorten. En vorige week vroeg collega-vrijwilliger J. of ik al eens de rammenas had geprobeerd.

Rammenas? Ik ken dat alleen uit een gedicht van Annie M.G. Schmidt: ‘waar de koning trek in had’:
‘En toen de hagelslag er was toen wilde de koning rammenas.
De rammenas kwam en toen, helaas, wilde de koning pindakaas.’

Ik had me rammenas altijd voorgesteld als een pompoen-achtige vrucht, maar dat klopt helemaal niet. Het is familie van de radijs, maar dan groter. Die uit de Waalgaard variëren in grootte van pingpongbal tot kleine appel en zijn pikzwart van buiten en maagdelijk wit van binnen.
Toen J. me vertelde dat rammenas een beetje als radijs smaakt, wilde ik me al omdraaien. Ik hou niet van radijs. Maar ze zei dat je het ook kunt koken of bakken en dan gaat dat hele bittere eraf. Toch maar proberen dan.

De volgende dag aten we als voorafje schijfjes (eerst gekookte en daarna) gebakken rammenas met een sausje van roomboter, citroen, kappertjes met zout en peper erover. En H. en ik vonden het allebei lekker!

Afgelopen vrijdag nam ik er wéér een paar mee en deze keer deden we ze gewoon in de oven. Oók lekker! Die gaan we onthouden: rammenas. Leuk om zo’n vergeten groente te ontdekken.

dinsdag 21 januari 2025

Copilot, uw dagelijkse AI companion


Plotseling heb ik gezelschap als ik begin te schrijven: Copilot, ‘uw dagelijkse AI companion’, komt er gezellig bij zodra ik op mijn laptop Word open. Ik kan Copilot vragen om mijn tekst voor me voor te schrijven. Fijn hoor, dan hoef ik dat zelf niet meer te doen.

Ik weet dat Copilot niet speciaal voor mij als pensionado tevoorschijn komt, maar ik zie wel meteen een verband:
Als je met pensioen gaat, is er een soort oer-associatie met lui mogen zijn; niets meer te hoeven. Het bijbehorende plaatje is een wit strand met palmen met een ligstoel, een cocktail met een parasolletje. Persoonlijk zou ik nogal depressief worden van zo’n invulling. En dom; volgens een Duitse psycholoog gaat het IQ van iemand die drie weken luiert met twintig procent achteruit. Moet je nagaan wat een permanente vakantie met je doet.

Creatief denken is goed voor je hersenen, omdat je daarmee nieuwe verbindingen legt en je brein actief houdt. Dat lijkt me alleen al een goede reden om liever zelf mijn teksten te schrijven dan het door Copilot te laten doen. En er zijn nog veel meer redenen.

Bijvoorbeeld dat Copilot voor z’n teksten links en rechts alles jat wat iemand ooit op het internet heeft gezet. Van copyright trekt m’n nieuwe companion zich niet veel aan.

Of dat AI heel veel energie verbruikt. Oké, het kost ook stroom om mijn telefoon, iPad of laptop op te laden, maar als er in een klap miljoenen mensen teksten door AI laten genereren, schiet het verbruik serieus omhoog. 

En dan de kans dat je een keurige tekst aangereikt krijgt waar complete onzin in staat. Nee, dan schrijf ik toch liever mijn eigen onzin. Weg met die Copilot!
Maar hoe krijg ik deze ongewenste gast weg? Deleten gaat niet en als ik op het icoontje in de werkbalk klik, krijg ik geen optie ‘uitschakelen’.
Ik zoek net zo lang tot het me lukt.  En daarmee heeft Copilot me vandaag in elk geval onbedoeld geholpen om mijn brein in vorm te houden.


zondag 19 januari 2025

Een volle zaterdag

Op zaterdag viert de broer van H. zijn verjaardag in Haarlem en we worden uitgenodigd. Deze zaterdag zouden we ook fruitbomen gaan snoeien met de zaterdagploeg van Vrijwillig Landschapsbeheer. Dat is geen verplichting, maar omdat de auto van VLB in reparatie is, had H. beloofd om met onze auto de kar met gereedschap en ladders naar het park te rijden.

Het kan allebei, maar dan moeten we wel strakke afspraken maken. Niet te lang doorgaan met snoeien en broer J. laten weten dat we pas laat in de middag komen.

Het park: wit berijpt gras met kale bomen. Verspreid over het veld een stuk of 10 mensen, de meeste met donkere kleding, een enkeling in een fel oranje jas. Op de voorgrond het silhouet van een grote boom waar een ladder tegenaan staat met halverwege iemand er op.
Het is grijs, waterkoud weer als ik naar het park fiets. (H. is met de auto eerst spullen gaan halen.) Ik verwacht dat veel mensen vandaag lekker overslaan. Snoeien is niet bepaald een klusje waar je het warm van krijgt. Zelf twijfel ik of ik het de hele ochtend ga volhouden. Gistermorgen was ik in de voedselboomgaard aan het werk en het duurde een hele tijd voor ik daarna weer een beetje opgewarmd was.

Maar het valt mee. Met drie lagen kleding en gevoerde laarzen kom je een heel eind. En we zijn met z’n achttienen! Samen met m’n favoriete snoeimaatje kies ik de boom die we vorig jaar ook gesnoeid hebben. Een hoge perenboom met vier stammen. Eerst doen we de lage takken en daarna gaan we met een trap de hoogte in. Voor we het weten roept iemand dat het tijd is voor de koffiepauze.

Terwijl de thermosflessen tevoorschijn gehaald worden, ben ik aan het netwerken. J. heeft beloofd een stukje voor de website te schrijven. Heeft ie daar nog aan gedacht? R. zou informatie aanleveren voor het boek dat ik over 50 jaar VLB aan het schrijven ben. Komt dat goed?

We kletsen, wisselen informatie uit, er worden grappen gemaakt. Ik voel me helemaal thuis in deze groep. Na een tijdje gaan we onze boom weer in tot een uur of 1. Het werk is nog niet klaar, maar we komen nog wel een keer terug. Nu is er soep en dan moeten H. en ik maken dat we wegkomen. Omkleden, naar Haarlem rijden.

Daar komen we in een huis vol neven en nichten en hun grote kinderen.
Een heel andere groep mensen, maar even gezellig. Deze keer op een comfortabele stoel in een lekker warme kamer.

We blijven tot een uur of negen en dan is het genoeg geweest en rijden we terug naar huis. Een leuke, volle zaterdag. En dan zondag een dagje niks. Ook wel weer fijn.

vrijdag 10 januari 2025

Cadeautje voor de vogels en voor mij

Van mijn schoonzus T. kreeg ik met kerst een vogelvoerpakket. Ze had mijn blogpost Vogels Voederen gelezen en vertelde dat ze speciaal op zoek was gegaan naar gifvrij voer. T. had nog meer moeite gedaan: in een mal had ze een tulband van vet met zaden en insecten gemaakt. Het restant vetblokken kreeg ik erbij met de verzuchting dat ze nu wel genoeg had van dit geknutsel met vogelvoer.

Stenen tuintafel met bord vogelvoer. Er omheen twee tortelduiven en een mus
Ik was echt blij met dit kerstcadeau waar zo goed over was nagedacht! Al gauw begon ik met een poging de tulband uit z’n vorm te halen, maar dat was nog niet zo makkelijk. Het ding ging in de koude schuur en na de kerstdagen prutste ik het op m’n gemak uit de vorm op een bord. Het bord ging naar buiten, op de terrastafel.

In het begin kwam er af en toe een merel op af, maar na een paar dagen werd het steeds drukker. Toen er op een zondagmorgen een klein laagje sneeuw op de tafel lag, konden we zien dat er nog veel meer vogelbezoek op af kwam dan we dachten. Voor dag en douw hadden ze al over de hele tafel sporen gemaakt.

Besneeuwde tafel, middenin een (besneeuwd) bord vogelvoer. Er omheen vogelsporen in de sneeuw
Hoe kouder het is, hoe meer er te zien is. Gistermorgen zag ik een houtduif langdurig van het voer eten. Op een spandraad iets verderop zaten twee (iets kleinere) Turkse tortels te wachten tot ze aan de beurt waren en een derde tortelduif hipte voorzichtig op het uiterste puntje van de tafel. Het was duidelijk wie hier de baas was.

Tot er een ekster aan kwam vliegen. De houtduif deinsde terug, maar bleef bij het bord voer. De twee waren ongeveer even groot en maakten een dansje om het bord, om de beurt pikkend en weer terugschrikkend. Zodra ze weg waren, kwamen de tortels. En een brutale merel. Weer later was de merel de baas en moesten een paar mussen hun beurt afwachten.

Van de tulband is inmiddels alleen nog een klein laagje vet met voer over. Dus binnenkort moet ik zelf aan de slag om een nieuw ‘baksel’ te knutselen. En dat ga ik zeker doen. Niet alleen om de vogels de winter door te helpen, maar vooral ook omdat het zo leuk is om naar ze te kijken. 

donderdag 2 januari 2025

Dagje Doesburg

tussen twee palen een metalen plaatje met een 'stadslogo': een gestileerd kasteeltje
“Iets doen met A.” staat in mijn agenda op 2 januari.
Mijn vriendin A. heeft een druk leven, dus als we elkaar af en toe willen zien, moeten we dat op tijd vastleggen. De datum in elk geval, en wat we dan gaan doen, zien we nog wel. Omdat het weerbericht voor vandaag niet geweldig was, bedachten we dat we wel naar een museum konden gaan. A. stelde het Glasmuseum voor in Doesburg. En met een beetje geluk zouden we ook door het stadje kunnen wandelen.

Als ik op 2 januari de gordijnen opendoe, schijnt de zon! Na heel veel grijze, natte dagen is dat een welkome verrassing. Ik ga op de fiets naar A. en met haar auto gaan we naar Doesburg. “Eerst wandelen!” besluiten we eensgezind, want het is nog steeds zonnig en de stad heeft leuke plekjes te bieden.

We doen een stukje vestingwal en zoeken dan een plek om te lunchen. Daarna wandelen we een tijdje door het centrum.  We komen langs een mooie binnenplaats waar het OV & Speelgoed museum blijkt te zijn. Best leuk, maar we willen van het mooie weer blijven genieten en lopen door.

“In deze straat moet een Kunstlab. zijn, waar ze allemaal creatieve dingen maken”, ziet A. later op haar telefoon. We moeten even zoeken. Het blijkt een lang, smal winkelpand, waar we nieuwsgierig naar binnen gaan. Er staan zelfgemaakte artikelen van tientallen ‘kunstenaars’ en een vriendelijke dame vertelt ons dat achterin ook een werkplaats is waar papier geschept wordt.

Een plaat met 12 kleine, handgeschepte papiertjes hangt uit te lekken boven een bak
“Oh, dit is leuk!” In de ruimte helemaal achterin de winkel staan langs alle wanden kasten met geschept papier en materialen waarvan dat papier allemaal gemaakt wordt. Een man die ons enthousiasme hoort, begint te vertellen over wat er allemaal staat en ligt en over workshops die hier ook gegeven worden. We lopen een tijd rond en als we weer buiten staan zegt A. tevreden: “ik dacht wel dat zo’n kunstlab iets voor jou zou zijn!”

De volgende bestemming is de VVV. Intussen hebben we al heel wat van Doesburg gezien, maar A. vindt VVV’s gewoon leuk, dus gaan we naar binnen. Ook hier een enthousiaste man die blij is met bezoek waar hij iets aan kan vertellen. Bij een grote plattegrond wijst hij allerlei mooie plekjes aan. “En hier is het Glasmuseum Lalique, maar dat is nu gesloten,”  zegt hij tussen neus en lippen door…
We schieten in de lach. Eigenlijk hadden we toch al niet zoveel tijd meer voor een museum, dus het is helemaal geen ramp. We lopen gewoon nog even door en gaan koffie drinken in ‘het oudste café van Nederland.’ Dan is ineens de zon weg en voelen we wat druppels. Het wordt tijd om de auto weer op te zoeken.

Het heeft natuurlijk iets met het weer en met elkaars gezelschap te maken, maar we zijn allebei enthousiast over Doesburg. Ik wil best nog een keer terug, want behalve het nu gesloten Glasmuseum, is er het overgeslagen museumpje van OV en speelgoed, een leuke spellenwinkel die we op de valreep zagen, nog een stuk vestingwal en een terras dat in de zomer vast geweldig is. En dan die papiermakerij…
Ja, dit stadje was echt een goed idee.

Bezoek uit Los Angeles

Skyline Los Angeles Mijn dochter I. (zie twee dochters ) heeft haar vriendin C uit Los Angeles op bezoek. Voor iemand die moeite heeft met s...