donderdag 21 april 2011

Terug naar Santo Domingo.

In het Plan-kantoor is het rustig. Carina is net naar huis om met haar kinderen te eten. Ik kan op haar wachten in een lokaaltje dat als kantine en archief dient.
Martha is daar ook, iemand brengt haar rijst met bonen. Ik heb in de auto de andere helft van mijn ontbijt-kipburger opgegeten en hou het bij water. We proberen een gesprek maar ik kan Martha’s Spaans moeilijk verstaan. Spaans lezen vind ik makkelijker dan het verstaan, zeg ik. Ja. De uitspraak is overal verschillend. Ze heeft een idee. Zij zal mij wat Spaans leren en dan leer ik haar wat Engels. We wisselen een paar woorden uit en Martha is opgetogen als ze "My name is Martha" kan zeggen. Ze is aardig.
Carina komt binnen. Zuchtend over haar vier drukke kinderen, waar haar oppassende moeder helemaal gek van wordt. We hebben het over onze kinderen en dan is het ineens bijna tijd voor de bus. Met de Plan-auto gaan we naar de halte en daar nemen we afscheid.
De chauffeur is dezelfde als op de heenweg. Terug kan ik niet echt naar buiten kijken, want ik zit aan het gangpad. Niet erg. Ik heb al zo veel gezien vandaag!
Ik eet een zoet cakeje dat ik op de valreep gekocht heb en drink water. In de drukke middagspits doen we er nu bijna 2.5 uur over. Net als op de heenweg ben ik de enige blanke in de bus. Bij het uitstappen voelt een oudere vrouw die achter me zat voorzichtig en nieuwsgierig even aan mijn arm.
In het busstation komen er meteen taxichauffeurs op me af, maar ik wil lopen. Nu alle kadootjes er uit zijn, is mijn tas niet zwaar.
Ik weet de weg, maar soms twijfel ik. Hier ziet alles er iedere dag anders uit. Waar een paar dagen geleden dichte rolluiken waren met fruitstalletjes er voor, zie ik nu ineens een grote winkel met muziekinstrumenten. Als cartobeet vind ik het een hele prestatie om in deze bewegende stad mijn weg te vinden. Maar het lukt.
En als ik door de bekende straat van mijn hotel loop, voelt het zowaar een heel klein beetje als thuiskomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Open dag

Ik heb me aangemeld om te helpen bij de open dag van de voedselboomgaard. Op zaterdagmorgen fiets ik tegen een harde, koude wind in naar de ...